
Kudde Blaricum weer terug op de heide
Natuur en MilieuGNR - Na vier weken op stal mochten de schapen van de kudde van Blaricum en alle rammen weer naar buiten. De rammen (25) vertrokken naar de Groeve Oostermeent en de kleine kudde (58 ooien) uit de schaapskooi Blaricum kunnen weer iedere dag de heide op.
Deze dieren zijn weer sterk genoeg om te gaan grazen. Uiteraard houden de schaapherders de dieren in de gaten want het blauwtongvirus is nog steeds aanwezig. De (nacht) temperatuur daalt gelukkig. Dit betekent dat de knutten steeds minder actief zijn en bij aanhoudende kou zullen verdwijnen.
Alle schapen en geiten op stal
Vanaf 17 oktober stonden alle schapen en geiten op stal in de voormalige manege in Laren. Op deze manier hoopten de herders de verspreiding van het blauwtongvirus via de knutten zoveel mogelijk te beperken. Ze hebben in totaal 90 zieke schapen gehad waarvan er 28 zijn overleden.
De schapen uit de grote kudde zijn nog onvoldoende hersteld om de hele dag de heide op te gaan. De herder gaat wel proberen of een paar uur per dag lukt. De verwachting is dat ook de grote kudde nog voor de winter weer de hele dag de heide op kan. De voedingswaarde van de vegetatie op de heide is in de winter wel veel minder dus als het echt koud wordt, halen ze de schapen, net als andere jaren, weer naar binnen.
Begrazing door schapen houdt de heide open. Ze eten gras, zoals het pijpenstrootje, tussen de heide weg en eten in het voorjaar de malse, jonge boompjes voordat die de kans krijgen te groeien. Ze knabbelen ook graag aan de heidestruiken zelf wat goed is want het stimuleert de groei.