Carillon speelt nieuwe melodieën

WEESP Vorige week maandag zijn de melodieën op de speeltrommel van het carillon weer vernieuwd. Vier keer per uur zijn er lieden afkomstig van Jan Pieterszoon Sweelinck te horen.

Normaal worden de melodieën vier keer per jaar veranderd voor een team van de gemeente en de stadsbeiaardier Bauke Reitsma. Door het coronavirus is dat echter lastig, want de medewerkers moeten enkele uren dicht op elkaar aan de trommel werken. Nu is het toch gelukt om de trommel te versteken, laat de beiaardier weten.

“Ik heb met veel plezier eindelijk weer eens de trommel kunnen verteken,” zegt Reitsma. Dit keer deed hij dat samen met klokkenmaker Hans Terlouw, in plaats van met het team van de gemeente. Zo kon het toch veilig gedaan worden. Terlouw heeft ook meteen enkele veren bijgesteld zodat de hamer van de trommel beter konden afvallen.

De nieuwe melodieën op de Weesper beiaard zijn allemaal afkomstig van dezelfde componist: Jan Pieterszoon Sweelinck. Op 16 oktober was het 400 jaar geleden dat de componist in Amsterdam overleed. 

Vooraf aan de hele uurslagen klinkt het lied Mein junges Leben hat ein End. Om kwart over het uur klinkt de opening uit een Echo-Fantasie voor orgel. De halfuurslagen worden ingeluid met het Franse liedje Est-ce Mars. “Bekend van Sweelinck, maar in dit geval ontleend aan een zetting van zijn leerling Samuel Scheidt,” aldus de Beiaardkring. Om kwart voor het uur zijn de openingsmaten van Praeludium in F te horen.