Bedenkingen GroenLinks rond raadsels vergunningaanvragen hotels

WEESP Christian Pfeiffer van GroenLinks wil naar aanleiding van een artikel op WeesperNieuws Extra vorige week van het college van B en W opheldering over de aanvragen voor een vergunning voor een hotel in het centrum van Weesp. GroenLinks vindt het maar vreemd dat er blijkbaar vergunningen zijn aangevraagd door personen die niet op het betreffende adres wonen en dat de mensen die er wel wonen daardoor compleet overdonderd zijn. “Is het college met mij van mening dat het een schokkende ervaring is om te lezen in de krant dat er een hotelvergunning voor je huis is aangevraagd?” vraagt Pfeiffer onder andere.

Vorige week berichtte WeesperNieuws Extra over de opvallende aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de mogelijke realisatie van een hotel op de adressen Klaas Listinghsteeg 2, Achtergracht 2 en 2a en Buitenveer 7. Klaas Listinghsteeg 2a is eigendom van corporatie Ymere dat echter laat weten niets van plan zijn met dit pand. En op Buitenveer 7 woont het echtpaar Van Arnhem, dat ook niet op de hoogte is van plannen in deze richting. De vergunningaanvraag voor hotelbestemming van Achtergracht 2 en 2a is gedaan door Paul Bijvoet, eigenaar van deze panden en daarmee is niets vreemds aan de hand.

Nieuwe vragen
Pfeiffer had eerder al de nodige vragen gesteld over de vergunningaanvraag en heeft naar aanleiding van het artikel nieuwe vragen gesteld. Hij wil onder andere weten of het klopt dat de vergunningaanvragen op Buitenveer 7 en Klaas Listinghsteeg 2 niet zijn gedaan door de eigenaar van deze percelen? En als dat het geval is, ‘Wordt er door het college geen controle gedaan op vergunningaanvragen voordat deze worden gepubliceerd of deze wel gepubliceerd kunnen worden?’, aldus Pfeiffer. Ook is hij benieuwd hoe het college omgaat met deze situatie.

Pampuslaan

Ook heeft Paul Bijvoet een vergunning aangevraagd voor een hotel aan de Pampuslaan. Op de tweede verdieping van het kantoorpand van zijn bedrijf Sinner wil hij 58 hotelkamers realiseren. Ook hier heeft Pfeiffer bedenkingen bij. Zo vraagt hij onder andere aan het college: ‘Heeft de persoon en/of rechtspersoon de indicatie vanuit het ambtelijk apparaat gehad dat deze aanvragen, of een daarvan, mogelijk een positieve uitkomst zou kunnen hebben?’ en verder vraagt hij of het college zijn mening deelt dat het een onwenselijke situatie is als ‘iedereen maar proefondervindelijk vergunningaanvragen voor hotels gaat doen? Zeker als dit lonend blijkt?’