Het station van Weesp telt nu zes sporen. Dat moeten er acht worden.
Het station van Weesp telt nu zes sporen. Dat moeten er acht worden. Foto: Christian Pfeiffer

Waar kunnen hier nog twee treinsporen bij?

WEESP - Het spoor bij Weesp moet worden uitgebreid van zes naar acht sporen. De vraag is waar die sporen precies moeten komen. Om antwoord te krijgen, start ProRail nu een uitvoerig proces van tekenen en meepraten dat zeker twee jaar in beslag gaat nemen. Gisteravond werd de raadscommissie ingelicht.

ProRail bericht in een brief aan omwonenden dat de spooruitbreiding gevolgen heeft voor "de inrichting van het station, het voorplein en de directe omgeving". Wat dat concreet betekent, is nog onduidelijk. Vorig jaar werd een andere nogal ingrijpende klus afgerond: de aanleg van ruim een halve kilometer geluidsschermen langs de Sportparklaan. Ook het stationsgebouw is vorig jaar grondig verbouwd waardoor de betaalde fietsenstalling kon worden uitgebreid. De vraag is of dat allemaal weer op de schop moet.

Ideeën
Op 16 maart komt er een informatiebijeenkomst van het ministerie van Infrastructuur en ProRail om de belangstellenden nader te informeren. Zodra de locatie bekend is, plaatst ProRail een advertentie in het WeesperNieuws. Dan wordt er meer duidelijk over de mogelijkheden en onmogelijkheden die er zijn om die twee extra sporen aan te leggen. Later dit jaar volgt een workshop waar belangstellenden met ideeën kunnen komen. Dat moet leiden tot de uitwerking van circa drie varianten. Na de zomer van 2016 volgt de ronde waarin een voorkeursvariant wordt gekozen. De beslissing daarover valt, volgens de huidige planning, begin 2017. De daadwerkelijke aanleg van de sporen zal volgens een woordvoerder van ProRail ergens rond 2020 beginnen. Dat is nog op tijd, want in 2023 dient de spoorinfrastructuur aangepast te zijn voor de hoogfrequentie dienstregeling.

Treinen inhalen
En daar draait het allemaal om. De twee extra sporen bij Weesp zijn essentieel om de treinen tussen Schiphol, Amsterdam en Almere vaker, sneller en betrouwbaarder te laten rijden. In 2023 moeten er in de spits maar liefst zestien treinen per uur rijden tussen Flevoland en Amsterdam, zowel Intercity's als Sprinters. Dat vereist een ingrijpende aanpassing van het sporennetwerk en niet in de laatste plaats bij Weesp, waar de drukke Flevolijn samenkomt met de drukke Gooilijn. Perrons komen er in Weesp niet bij, de nieuwe sporen zijn alleen bedoeld om de Intercity's de Sprinters te laten inhalen. Anders zou de Intercity achter de Sprinter moeten blijven aantuffen en zijn reissnelheid verliezen. De Intercity's stoppen dus niet in Weesp. Of de reiziger in Weesp iets heeft aan de extra Sprinters is nog niet duidelijk. In het midden van station Weesp liggen al twee inhaalsporen, maar die blijven nodig voor de Gooilijn.

Moloch
Voor het vitaal houden van Weesp in het algemeen en de winkels in het bijzonder is een aantrekkelijke route tussen de (toekomstige) wijken in het Leeuwenveld en de binnenstad van levensbelang. Een moloch van een spoorlijn daartussen helpt niet echt. Heel even koesterde Weesp de droom dat spoor en station ondertunneld konden worden als onderdeel van de snellere Schiphol-Amsterdam-Almere-lijn die 900 miljoen euro mag kosten. Die droom is wreed verstoord door de werkelijkheid. Treinen onder de grond kunnen we in Weesp vergeten, we zullen zelf onder die acht sporen door moeten fietsen en wandelen. Staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur trekt wel 20 miljoen euro uit voor "een goede inpassing van de spoorverbreding in Weesp". Daarmee bedoelt ze ook de afstemming op de Vechtbrug mee, die met al dat treinverkeer nauwelijks nog open kan voor het vaarverkeer.