Henk van Asselt met op de achtergrond zijn boot: straks hopelijk weer varen naar Loosdrecht.
Henk van Asselt met op de achtergrond zijn boot: straks hopelijk weer varen naar Loosdrecht. Foto: Ruth van Kessel

'Heerlijk een beetje rommelen aan je bootje en klusjes doen'

WEESP - Zijn hele leven al is WSV De Vecht zijn tweede huis en is bezig zijn met bootjes de favoriete bezigheid van Henk van Asselt. Met zijn 85 jaar is hij het oudste lid van de watersportvereniging aan de Hoogstraat. En ook de man met het langste lidmaatschap van WSV De Vecht op zijn naam: 70 jaar. Wie doet hem dat na?

door Ruth van Kessel

Henk van Asselt is vergroeid met WSV De Vecht. In de Toko, zoals het clubhuis van de watersportvereniging heet, voelt hij zich als een vis in het water. Een kopje thee is zo geregeld, een grapje met de dame achter de bar zo gemaakt. Zij is een dochter van een van de vele families die, net als hij, weekend aan weekend aan de Hoogstraat doorbrengen. Praatjes maken, klussen aan het bootje, de vele feestjes: het verveelt Van Asselt nooit. Dus is hij hier nog vele zaterdagen te vinden en als het weer het toelaat zoekt hij met zijn bootje de rust van zijn eigen eiland op. Op Loosdrecht ligt dat eilandje, slechts vijf vaarminuten verwijderd van het Weesper Eiland, het eiland van de vereniging. Hij verblijft daar samen met zijn vrouw Willy het liefst de hele zomer.

Wat herinnert u zich van de begintijd?
"Mijn ouders, Piet en Alie van Asselt, werden twee jaar na de start lid van WSV De Vecht. Dat was in 1935. We hadden een motorboot en een kanootje, als ik me goed herinner. Samen met mijn broer Cees scharrelde ik altijd op de vereniging rond, op een steenworp afstand van ons huis aan de Hoogstraat. Op een gegeven moment kregen Cees en ik zelfs een eigen zeilbootje, een 12-voets jol, door mijn vader van de dood gered uit een schuur. Zo ging dat toen. Mensen waren altijd aan het timmeren, een eigen boot aan het bouwen of bezig met opknappen. Wat de een niet voor elkaar kreeg, lukte de ander weer wel. Men hielp elkaar. Pas toen ik vijftien jaar was werd ik op mijn eigen naam lid. Zo ging dat toen, aan jeugdleden deden we nog niet."

Was u zo'n handige jongen?
"Helemaal niet. Ik was in mijn werkende leven autoverkoper bij Renault in Amsterdam en mijn vader was als ambtenaar bij de gemeente Weesp ook niet zo handig. Maar je leert het werk door het te doen. Ikzelf heb hier zowat alle functies in de vereniging wel bekleed: feestcommissie, wedstrijden organiseren, de financiƫn, het clubblad volschrijven, alles vond ik leuk. Ook ben ik voorzitter geweest. Slechts voor 1 jaar, dat was de enige functie die me niet lag. De laatste vijftien jaar ben ik niet meer zo actief, hoor."

Wat is voor u de charme van de club?
"Alles. Ik heb het geluk gehad dat mijn vrouw Willy er net zo van geniet als ik. Onze drie dochters zijn ook besmet met het bootjesvirus en de boot van onze middelste dochter Doret ligt naast die van ons op Loosdrecht. Wat de charme is? De saamhorigheid, het in een lange optocht varen op vrijdag naar het Weesper Eiland, de overnachtingen bij Uitermeer en Zwaanwijck. Met z'n allen onder het dekzeil wachten tot de regen voorbij was, op zondag met z'n allen weer terug en de feestjes en de barbecues op het eiland tijdens de jaarlijkse vakanties, het nachtelijke palingpeuren. Vroeger was het een stuk drukker op Loosdrecht, maar nog steeds vinden mijn vrouw en ik het heerlijk om met ons bootje aan de steiger te liggen, daar te overnachten en ons zelf zien te redden met het sloepje. Naar de kampwinkel en terug. Er is altijd wat te doen als je een bootje hebt, het is nooit saai."

'Het voorzitterschap was de enige functie die me niet lag bij De Vecht'

En wat als deze tijd over is, door leeftijd en lichamelijke ongemakken?
"Dan is het voorbij. Hoe dat zal zijn, zal ik dan gaan ervaren."