Afbeelding
Foto: Marieke van Veen

Praten helpt bij het gevoel van een onveilige wereld

WEESP – Sinds de aanslagen op 13 november door IS in Parijs beheersen berichten van terreurdreiging nog steeds dagelijks het nieuws. Deze berichten komen ook bij kinderen terecht. Hoe ga je daarmee om? Het WeesperNieuws vroeg het aan het Casparus College en het Vechtstede College.

door Ruth van Kessel

In het weekend na de aanslag in Parijs zochten docenten van zowel het Casparus- als het Vechtstede College contact met elkaar: Hoe vangen we de kinderen op? Beide scholen kozen ervoor om direct met de kinderen in gesprek te gaan: praten, angsten en veroordelende gedachten benoemen, dingen in de juiste context zetten en waar kan, vragen beantwoorden. Elke school op haar eigen manier.

Blijf dicht bij jezelf
Op het Casparus College spraken docenten met elkaar af om in het vierde uur, het uur waarin 12.00 uur valt - het tijdstip van een minuut stilte in Nederland – met de leerlingen stil te staan bij de gebeurtenissen. Directrice Chiquita Relyveld voerde dit gesprek met een derde klas.

Relyveld: "Wat er in de wereld gebeurt, gebeurt door radicale groeperingen. Dat zeiden de kinderen ook meteen. Ze tolden over elkaar heen om hun verhaal te vertellen. In de klas zitten ook kinderen met een vluchtverleden. Uit Koerdistan, Irak of andere oorlogsgebieden. Vaak hebben ze daar nog familie. Waarom is er in de wereld geen minuut stilte gehouden toen bij ons talloze onschuldige slachtoffers vielen? Een terechte vraag, waar je niet meteen een antwoord op hebt. Marokkaanse kinderen gaven aan dat ze het gevoel hadden dat ze als moslim slecht werden weggezet. Ik vroeg ze: voel je je onveilig in deze klas? Nee, dat niet. Ik heb geprobeerd ze uit te leggen dat het belangrijk is om dicht bij jezelf te blijven, niet te generaliseren en niet mee te praten. Ik heb het idee dat dat leerlingen aan het denken heeft gezet."

Gesprekken als deze zijn moeilijk, vindt de directrice. Zeker met lichtontvlambare pubers. Toch kiest het Casparus bewust voor de dialoog als een belangrijk onderdeel van het onderwijs: je hebt als mens een keuze in wat je zegt en in wat je doet. Relyveld: "Daarin willen we de leerlingen opvoeden. Het aanbrengen van nuances, niet anderen naar de mond praten. Wat doe je zelf? Samen met de gemeente bereiden we gastlessen over radicalisering voor; dat plan was er al voor Parijs. Ik ben ervoor om dingen te benoemen. De gebeurtenissen in de wereld komen met Parijs en Brussel akelig dichtbij. Juist door er niet over te praten geef je angst de kans om te groeien."
De verhouding tussen leerlingen lijkt niet veranderd na Parijs. Wel werd de school opgeschrikt door het rouleren van een gruwelijk filmpje van een onthoofding onder leerlingen van de onderbouw. Relyveld: "Dat filmpje was door een leerling ondoordacht in een groepsapp van de klas geplaatst. Het bleek een naïeve actie en het kind had spijt. We hebben de ouders meteen op de hoogte gesteld van het incident. Want dat was het, niet meer en niet minder."

'Als je angst niet benoemt, krijgt het de kans om te groeien'

Nuanceren met feiten
Ook het Vechtstede College greep de één minuut stilte op maandag aan om in gesprek te gaan met hun leerlingen. Vooral de docenten geschiedenis, aardrijkskunde en maatschappelijke vorming gingen met hun leerlingen de diepte in. Een daarvan is Rosemary Vonk: "Voorheen zei ik tegen leerlingen als ze bij de bespreking van de Tweede Wereldoorlog mij vroegen of dit weer kon gebeuren, dat die kans heel klein is. Nu de gebeurtenissen zo dichtbij komen, kan ik dat niet meer zeggen. Ik merk dat kinderen zenuwachtiger zijn. Het is ingrijpend wat er nu in de wereld gebeurt." Kinderen lezen geen achtergronden en hebben moeite met het ordenen van het nieuws. Vonk: "Hierin ligt voor mij de taak van de docent. In mijn klas liet ik die maandag een presentatie zien met de feiten van de aanslagen in Parijs: wat waren de locaties, het aantal doden en hoe wordt er door landen gereageerd? Toen kwamen de reacties. Kinderen deelden waar ze op dat moment waren en hun gevoel bij de akelige beelden op televisie. Er kwamen vragen als: kan dit ook in Nederland gebeuren? en ook: waarom maken we eigenlijk wapens? Zeker voor jongere leerlingen komt zo'n aanslag uit de lucht vallen."

Vonk: "Ongenuanceerde opmerkingen als: je moet vluchtelingen ook niet zomaar toelaten in je land, kun je weerleggen met feiten: de daders kwamen uit Frankrijk en België. Zo kun je verkeerde beeldvorming ombuigen. Net als opmerkingen als: je zou de islam moeten verbieden. Dan leg ik uit dat geweld door de geschiedenis heen door meer godsdiensten is veroorzaakt. Net als dat radicalisering niet alleen iets voor moslims is. Vragen als: wat zou een overheid tegen radicalisering kunnen doen? Waar en onder welke voorwaarden kan het ontstaan? Aan de hand van kennis en feiten probeer ik de leerlingen probleemoplossend te laten denken. Je mag best ergens wat van vinden, maar dan wel met onderbouwing. Je merkt dat leerlingen dan beter nadenken voor dat ze zomaar wat roepen."
Afdelingsleider Chadia Benlahsen vertelt hoe de school veel aandacht besteedt aan de veranderende wereld. Vorig jaar hield Yassin Elforkani, gezicht van de gematigde islam in Nederland, een lezing over de islam en de IS. Benlahsen: "Gelukkig pakken kinderen snel het gewone leven weer op. Al merk ik wel dat kinderen alerter zijn op het nieuws. Als er iets gebeurt praten we er meteen over in de les."

Afbeelding