Afbeelding

Hart op de muur

Het hart zat er nog steeds. Vandaliefde, schreef de maker anderhalf jaar geleden. Niet iedereen zal er blij mee zijn geweest. Ik liep de hoek om van het Waagplein naar de kerk voor het maken van een foto bij een krantenartikel. Ik was wel een beetje gehecht geraakt aan de harten.

De fotograaf had haast. "Ga maar staan", zei hij. "Ja, goed zo. En dan nu je allervriendelijkste glimlach." Met moeite krulden mijn lippen zich. Poseren is een vak apart. "Ik heb 'm hoor", zei de fotograaf terwijl hij snel zijn spullen bij elkaar zocht. "Nu al?" vroeg ik. "Yep", zei de fotograaf. Hij gaf me een hand en weg was hij.

Ik trok mijn jas aan. Waarom voelde ik me nou een beetje gek, dacht ik. Misschien is het vreemd, concludeerde ik, een glimlach te geven als dat niet zo voelt. Ik deed mijn sjaal om, waaide het plein op en liep dezelfde weg terug. Langs het hart op de muur.

Ooit las ik: 'Vraag nooit een gesloten hart om zich te openen. Het zal zich nog meer sluiten. Een hart opent zich als het zich wil openen.'

Ik dacht, dat is waar, zoiets kun je niet afdwingen. Een oprechte glimlach, een echte ontmoeting, een 'ik hou van jou': allemaal dingen die niet te plannen en niet af te dwingen zijn. Probeer maar eens iemand van je te laten houden. Gaat niet. Bovendien, om iets moois te kunnen laten opbloeien, moeten ook de condities goed zijn. Het moet wel veilig aanvoelen.

Misschien dat daarom het kerstfeest, op zich een feest met veel moois in zich, soms ook weerstand oproept. In gedachten zien we ons al opgedirkt bij de familie zitten. "Ik wil niet vrolijk doen als het niet zo voelt", hoor ik wel eens. Ik zou zeggen: hoeft ook niet. Wat komt, dat komt. Daarom wens ik iedereen dit jaar een kerst waarin we onszelf kunnen zijn. En alleen als het vanuit onszelf opborrelt en goed voelt, schenken we de wereld onze allermooiste glimlach!

'Ik wens iedereen een kerst
waarin we onszelf kunnen zijn'
Afbeelding