Van der Sluis demonstreert een spreider van wagen 1732: 'Weet je wel hoe zwaar dit is?'
Van der Sluis demonstreert een spreider van wagen 1732: 'Weet je wel hoe zwaar dit is?' Foto: Ruth van Kessel

'Bij heftige situaties schakel je je emoties uit, je moet wel'

WEESP - Het officiële moment met de burgemeester kon Charles van der Sluis net niet halen afgelopen zondagmiddag en daarom krijgt de jubilaris vanavond zijn oorkonde uitgereikt door postcoördinator Raymond Terwey: Charles is 25 jaar in touw als vrijwillige brandweerman bij Brandweerpost Weesp. Hij is er trots op.

door Ruth van Kessel

Voor vanavond zal de 48-jarige Weesper zijn nette uniform uit de kast halen, want ja, dat hoort nu eenmaal bij dit soort gelegenheden. Liever draagt hij zijn brandweerpak om als chauffeur of achter in de bluswagen tussen zijn maten uit te rukken naar een brand of ernstig ongeval. Mooie herinneringen bewaart hij aan zijn tijd toen hij ook nog als duiker werd ingezet bij de brandweer. Charles ís de Brandweer, met een hoofdletter, in al haar facetten. Van der Sluis: "Niets mooier dan na afloop van een uitruk met je maten na te praten en te weten dat je met z'n allen naar beste kunnen hebt gehandeld. Het werk geeft mij enorme voldoening."

Ondanks de vele heftige situaties?
"Natuurlijk komt die heftigheid wel binnen, maar toch werkt het bij mij zo dat ik meteen een knop omzet en mijn emoties parkeer. Het gaat erom dat ik kan doen wat ik geleerd heb. Na afloop draai ik de film terug en dan analyseer ik mijn eigen handelen: waarom benaderde ik het slachtoffer van die kant? Had het beter gekund of heb ik het juist goed gedaan? Diezelfde evaluatie doe je ook met je collega's: het gevoel dat je er met elkaar alles aan hebt gedaan om het zo goed mogelijk te doen, maakt dat je ook emotioneel met de situatie kunt omgaan."

Neem je wat je hebt meegemaakt mee naar huis?
"Als je blijft malen over had ik maar dit of had ik maar dat, dan kun je dit werk niet doen. Praten met het BOT-team (brandweeropvangteam) helpt goed bij heftige situaties. Je gaat nooit zomaar naar huis. Zoals kortgeleden bij die aanrijding van die jonge vrouw op het zebrapad op de Irenelaan: wij hebben toen een zeil opgezet om haar te beschermen tegen de regen. Ja, dat komt wel aan, zeker als je later hoort dat ze het niet gered heeft. Daar praten we dan over."

Weesp is klein, komt het voor dat je hulp aan bekenden geeft?
"Dat is me een keer gebeurd, 23 jaar geleden. We kregen een melding van een ernstig ongeval op de Korte Muiderweg. Een jongen had zich doodgereden. Ik heb hem losgeknipt uit de auto; hij was zo verwond aan zijn gezicht, ik herkende hem niet. Later hoorde ik dat het een goede vriend van een kennis was. Ik had hem twee dagen ervoor nog gesproken. Dat raakt. Toen mijn dochters nog heel jong waren merkte ik dat ik kwetsbaarder was in de gevallen dat er kleine kinderen bij een incident betrokken waren. Toch leer je ook die emotie te parkeren, want het komt eropaan snel en goed te handelen."

'Als team maak je er met elkaar het beste van, dat geeft een goed gevoel'

Hoe kwam je bij de brandweer terecht?
"Toen ik tien jaar was, haalde mijn moeder ineens een scanner in huis. Zo'n ding dat afgaat als de politie, ziekenauto of brandweer wordt opgeroepen. Zo klein als ik was, sprong ik dan op mijn fietsje om te gaan kijken. Vooral branden vond ik prachtig en mijn moeder vond het prima. Het was onze gezamenlijke hobby. Later in Weesp ontmoette ik bij mijn schoonmoeder haar buurman, Geert Enninga. Hij was vrijwilliger bij de brandweer, hoorde mijn verhaal en zei: Charles, dit werk is echt wat voor jou. Hij had gelijk. Met veel plezier heb ik de opleidingen gedaan en nog steeds beleef ik veel plezier aan de wekelijkse oefenavonden en start ik binnenkort weer een opleiding. Ik krijg er geen genoeg van en heb er zelfs mijn werk van gemaakt als functionaris beveiliging/brandveiligheid op het Mediapark. Ook al bijna twintig jaar."

En dan gaat je pieper af...
"Als ik niet aan het werk ben spring ik direct op de fiets - net als alle andere 23 vrijwilligers - om zo snel mogelijk op de kazerne te zijn. De eersten die aankomen gaan mee op de wagen, afhankelijk van de melding. Soms kom je dus voor niets en is het helaas pindakaas. Want het liefst ga je natuurlijk mee, de adrenaline giert al door je lijf. Ik blijf het prachtig vinden. Eerlijk gezegd leef ik nog steeds mijn jongensdroom."