Dit keer wil ik het met u eens hebben over beroepen van vroeger die niet meer bestaan. Twee beroepen heb ik voor u uitgekozen, te weten: pestmeester en rolbidder.
De pest, ook wel Zwarte Dood genoemd, is een ziekte die van de 14e tot de 19e eeuw in Europa voorkwam en een enorm aantal slachtoffers maakte. De pest werd eerst door gewone artsen behandeld, maar er was geen kruid tegen gewassen. Er werden in sommige jaren zo veel mensen ziek dat men speciale pestmeesters aanstelde. De pestmeesters hadden tot taak te zien of patiënten getroffen waren door de pest en de pestlijders te isoleren. Men wist toen nog niet hoe de besmetting plaatsvond en pas veel later ontdekte men dat dit gebeurde door vlooien van de zwarte rat. Een derde van de bevolking in Europa kwam om. Werd men besmet met de pest dan kwam men meestal binnen vier dagen te overlijden. De pestmeester was gekleed in speciale, bescherming biedende kleding die bestond uit een hoed, een masker met ogen van glas, een houten stok (om zieken weg te duwen die te dichtbij kwamen), grote leren handschoenen, lange leren laarzen een lange gewaxte cape. Het masker was gevuld met kruiden en specerijen om de lucht te zuiveren.
Rolbidders werden door de gemeente aangesteld en moesten volgens een bepaald rooster een eventuele begrafenis aannemen. Zij waren de eerste man en liepen voor de stoet uit. Zij waren gekleed met steek, korte broek en lage schoenen met gespen. Later kregen zij ook de taak om mensen uit de buurt mondeling op de hoogte stellen van het overlijden van iemand en werden zij uitgenodigd om de begrafenis bij te wonen. Ook kwam in die periode de naam aanspreker in gebruik.