Afbeelding

In het nu

In het nu zijn, dat hoor ik vaak tegenwoordig. Het wordt bejubeld in blogs, boeken en damesbladen als dé oplossing voor alle problemen. Dat klinkt wel heel erg aantrekkelijk. De truc is om op te gaan in het moment, door geen gedachten te hebben over toen of straks. Dat klinkt briljant simpel en fantastisch tegelijk, zeker als je vroeg in de ochtend wakker ligt in bed. Dat overkwam mij laatst, eh... toen dus. En dan is dat nu best ver weg, dan wordt er heel wat af gedacht. Het enige wat er daadwerkelijk jubelde was een merel, die met heldere en zuivere tonen het nu van Weesp aangaf.

Ik ging op in zijn zang en dat bracht mij op het idee om eens te luisteren naar hoe Weesp nu eigenlijk klinkt. Ik hoorde geen regen, geen wind, wel een brommertje dat voorbijreed en een kerkklok die het halve uur sloeg. Niet echt iets opmerkelijks dus. Totdat er een generator begon te brommen op de boot die aan de kade bij Aaltje lag. Een deurtje klapte open, er werd wat gestommeld op het dek. Het nu veranderde in een verhaal, verteld door geluiden van buiten. Ik hoorde er de zomer in, of in elk geval een voorbode daarvan.

Straks wordt het warmer en drukker en zijn ze er weer: de hautaine jachten, de loeiers van sloepen vol kekke luitjes met hun glazen rosé. Maar ook de werkschuiten, ramsjbootjes en pieremachochels. Ze liggen voor de brug, varen langs of leggen aan. En in gedachten zie ik de mensen vanaf het water wijzen en kijken naar het raam van de buren. Hoor ik ze lachen om hun paspop, die dan waarschijnlijk in minibikini door hun raam naar buiten staart. Best te doen dat nu, niet? Maar al snel kwam ik toe aan mindere zaken, als jankende boegschroeven, nachtelijke bootborrels of het dwingende signaal van de open- en dichtgaande brug. Dat bedierf mijn moment. Tja, dan had ik maar niet aan straks moeten denken, dan was ik bij die merel gebleven. De voorbode van de zomer van nu.