Marije Hage is dominee bij de Protestantse Gemeente Weesp Driemond. Volgende week op deze plek: Stefan Stasse, elke dag te horen op Radio 2.
Marije Hage is dominee bij de Protestantse Gemeente Weesp Driemond. Volgende week op deze plek: Stefan Stasse, elke dag te horen op Radio 2. Foto:

Prut

Een bootje probeert aan te meren bij de steiger voor de katholieke kerk. Ik zit zo te staren dat ik mijn ijsje vergeet. Voordat de druppels op mijn legging kunnen vallen, zie ik een papieren zakdoekje in mijn blikveld verschijnen. "Hier meissie, voor je ijssie", grapt de oudere man op het bankje naast me. Zijn tongval verraadt een Amsterdamse achtergrond en ik schat hem zo'n tachtig jaar. Dankbaar veeg ik mijn vingers af en wikkel het zakdoekje om het hoorntje.

"Mooi kerkie", vervolgt de man. Ik volg zijn ogen naar de overkant. "Ja, die staat nu leeg", vertel ik. "Ah," zegt de man, "da's maar beter ook. Alle religies zijn prut." Ik zwijg en kijk naar de man die nu met zijn armen over elkaar zit. "O ja?", vraag ik. "Nja," zegt de man terwijl hij iets ontspant, "t zal niet allemaal zo bedoeld zijn toch, al die narigheid van tegenwoordig?"

We praten kort over de chaos in de wereld. Ik vertel dat ik drie weken weg ben geweest, op een boot. Zonder internet. Hoe heerlijk dat was. En ik denk aan het eerste citaat op Facebook dat ik tegenkwam na thuiskomst: 'I never said that- (signed) Jesus, Buddha, Mohammed, Krishna, Moses.' Wat zoiets betekent als: 'Zoiets heb ik nooit gezegd- (was getekend) Jezus, Boeddha, Mohammed, Krishna, Moses.' Of, iets vrijer vertaald: 'Zo heb ik het nooit bedoeld.' Ik vond het een raak plaatje.

"Is het niet zo dat wij zelf als mensen dingen maken of breken?", probeer ik.
"Misschien, meissie", zegt de man, "Ik ben al oud. Neem van mij an, het heb geen zin."
"Wat niet?", vraag ik.
"Dat eeuwige gesteggel over wie gelijk heb. En oorlog los al helemaal niks op. We motte een beetje aardig zijn voor mekaar."

Mijn ijsje is op. Ik veeg de laatste plakkerigheid van mijn vingers en bedank voor het zakdoekje. Terwijl ik opsta, doet de man nog een laatste duit in het zakje: "Weet je wat ze eigenlijk motte doen? Een feessie bouwe. Die kerken open en dan alle moskees, iedereen, en lekker eten. Eten motte we allemaal tenslotte." Een golf van ontroering voel ik plotseling voor deze man en zijn idee. Zou het zo makkelijk kunnen zijn?

"Maar goed, ach, wat zit ik nou te wauwelen over kerken en dingen," zegt de man, "daar vin je vast geen donder an, toch meissie? Fijne dag!"