Bij de Vechtruiters: Waar mens en paard elkaar feilloos aanvoelen
WEESP - Genietend van de Spelen in Rio vragen we ons af: hoe staat het eigenlijk met de Olympische sporten in Weesp?
Vandaag: de paardensport.
Een Nederlander op een paard tijdens de Olympische Spelen, het is bijna een garantie voor succes. Maar liefst 22 hippische medailles kunnen we overleggen, waarvan alleen al 9 door Anky van Grunsven. Voor de dressuur en het springen in Weesp moeten we bij de Weesper Vechtruiters zijn. "Wij volgen de verrichtingen van de hippische equipe in Rio uiteraard op de voet", zegt voorzitter John van Campenhout.
Zodra er op de Olympische Spelen of op andere belangrijke wedstrijden successen zijn geboekt, merkt de voorzitter dat binnen zijn vereniging. "De ruitertjes en amazones roepen dan: wij willen ook net Jeroen Dubbeldam of Anky van Grunsven zijn." Dat gaat natuurlijk zomaar niet, maar het moet gezegd dat de Weesper Vechtruiters met Angelique Brouwer een talent in huis hebben. "Zij rijdt mee in de subtop van Nederland en daar zijn wij als vereniging heel erg trots op", zegt Van Campenhout. De vereniging telt een stabiel aantal van zo'n 110 leden, waarvan 60% jonger dan 18. En ja, zo draait Van Campenhout er niet omheen, het is voornamelijk een meidensport. "Ik schat dat 90% meisjes zijn. Er komen af en toe wel een paar jongens voorbij, maar die haken rond de 14-15 jaar meestal weer af. Hoewel je bij het springen wat meer jongens ziet, dat is toch wat stoerder."
Manege Bleijenberg is de thuisbasis van de Weesper Vechtruiters. Volgens Van Campenhout rijden de meeste van zijn leden een eigen paard, wat ook meteen aangeeft dat het niet alleen een kostbare sport kan zijn, maar ook een sport die tijd en discipline vergt wat betreft de verzorging van en de omgang met het edele dier. Maar daar begint ook de essentie en de schoonheid van deze sport. "Het omgaan met het dier is het mooiste van deze sport. Een paard is geen motorfiets. Het heeft een eigen gedrag, het kan er zin in hebben, maar ook kriegel zijn. Je moet een klik hebben, over en weer. Jij moet het paard aanvoelen, maar andersom ook. Als jij niet lekker in je vel zit, dan merkt het paard dat meteen. Als alles klopt, voel je elkaar feilloos aan", zo geeft Van Campenhout wat meer inzicht in de sport.
In oktober verzorgen de Weesper Vechtruiters een springclinic, gericht op wie al paardrijdt.
