Stephanie Prinssen is tekstschrijfster, yogadocent en betrokken bij Weesp Gastvrij. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.
Stephanie Prinssen is tekstschrijfster, yogadocent en betrokken bij Weesp Gastvrij. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.

Wortels

Misschien heb je het nog niet in de gaten, maar mijn liefde voor Weesp zit diep. Omdat het hier zo stil kan zijn bijvoorbeeld. Loop maar eens tegen het ochtendgloren een rondje om de Kom. Die roerloosheid, die leegte die uit het water wasemt. Heerlijk! Maar ja, dat vroege opstaan hè? Dat zit niet echt in mijn genen. Gelukkig hebben wij Landscroon. Ook daar is het stil en uitgestorven en stiekem heel erg mooi.

Van de week was ik er nog. Ditmaal blokkeerde een auto van de groenvoorziening het linkerpad, dus liep ik rechts om de uitgebloeide rododendrons heen. Over het knerpende grind, langs drie lege fietsenrekken, waarvan één verroest. Om via een mossig bospaadje uit te komen op de begraafplaats. Aan het grote kruis te zien was dit het rooms-katholieke gedeelte. Hier rusten doden in gewijde grond. Bij het priestergraf stond ik even stil. Ik voelde dat ik werd gadegeslagen, en dat klopte. Over een heg keek een groenman mij nieuwsgierig aan. Ik wist even niks te zeggen en draaide mijn hoofd af. Een blauwe libelle zweefde voorbij. Ik besloot hem te volgen en kwam uit bij het oudste gedeelte. Het leek wel een decor van een film. In het serene strijklicht wervelden twee minieme vlindertjes innig om elkaar heen. Nu staken de verzakte graven en zerken nog grauwer af tegen hun groene omgeving. Op de verweerde stenen stonden bekende namen: Bockweg, Bavinck, Dalmulder. Bedachtzaam liep ik verder. Via een versleten stenen trapje kwam ik op een hoger gedeelte. Ook hier is voor altijd afscheid genomen van al dan niet behuwde lieve vaders, zorgzame moeders en geliefde zonen en dochters. En ook hier weer Weesper namen. Pover bijvoorbeeld en Pronk, Wierper, Van Gemert, Portengen.

Hier rusten hun voorouders en familie, met hen zijn zij verbonden. En net toen ik daar een beetje over stond te mijmeren, besloot de groenvoorziening dat het tijd was voor machinale snoei. Een snerpend geluid doorbrak de stilte. Ik schrok, ook van mijn ontheemde gevoel: mijn voorouders, mijn wortels liggen elders. Ik ben en blijf een behuwde Weespse, slechts door het huwelijk verwant.