Ton-Hoe Lau thuis tussen zijn glaskunst.
Ton-Hoe Lau thuis tussen zijn glaskunst. Foto: Ruth van Kessel

'Dromen van Weesp als kunststadje'

WEESP - Met een laatste expositie in de Van Houtenkerk heeft Weesper Ton-Hoe Lau afscheid genomen van zijn werkend bestaan als glaskunstenaar. Zijn lichaam beperkt hem in zijn creativiteit. Een voldongen feit, dat tegelijkertijd ook weer ruimte biedt aan andere mooie dingen in het leven.

door Ruth van Kessel

Ton-Hoe Lau kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn laatste expositie. Samen met bevriende kunstenaars Maria de Waard, Elizabeth Copijn en Rien Nijboer exposeerde hij twee lange dagen een deel van zijn werk aan de Oudegracht. "Overall was het een feest", vertelt Lau. "Met bezoekers en vrienden uit het hele land die langskwamen. Ik heb zelfs vier objecten verkocht. Een mooie afsluiting. Tegelijkertijd merkte ik dat het eigenlijk voor mij fysiek te zwaar is geworden om een hele dag aanwezig te zijn en emotioneel liet het mij ook niet onberoerd. Het idee dat je niet meer het werk kunt maken wat je zou willen maken. Dat je niets meer kunt doen met de ideeën die altijd opborrelen in mijn hoofd, daar moet ik me bij neerleggen."

Want uw lijf laat u in de steek?
"Het begon met een hartinfarct 6 jaar geleden en daarna volgde de ene ziekte de andere op. Nu speelt een bloedvatafsluiting tot in mijn lies mij parten en sta ik voor een risicovolle operatie. Het heeft geleid tot mijn besluit om te stoppen. Ik ben nu 72 jaar, mijn vrouw Corrie is met pensioen, en samen willen we nu ook meer tijd besteden aan het op pad gaan met de caravan, zolang het nog kan. Dat is ook een heerlijk vooruitzicht, want altijd bezig zijn met kunst legde ook wel een druk op me."

Een autodidact in de kunst?
"Een uit de hand gelopen hobby, ja. Het begon met het maken van broches van spiegelglas voor collega's van Corrie. Dat was een enorm succes. 21 jaar geleden pakte ik de brander erbij en begon ik vazen, kandelaars en meer van dat soort dingen te maken. Totdat ik op een kunstmarkt iemand zag die objecten van glas maakte. Dat kan ik ook, dacht ik. De beer was los."

Met een heel eigen handtekening?
"Ik ben misschien wel de enige glaskunstenaar die verf verwerkt in zijn objecten. Dat geeft een heel eigen effect dat in de kunstwereld niet onopgemerkt is gebleven en leidde tot expositie van mijn werk op toonaangevende locaties als de Keukenhof (vijf maal) en de Floriade. Daar ben ik best trots op."

'Met Weespers aan de Wand voldeden we aan een behoefte'

Wat heeft u voor Weesp betekend?
"Ik heb aan de wieg van de jaarlijkse kunstmanifestatie Weespers aan de Wand gestaan. Dat ontstond heel spontaan met een expositie van Adri Westland en mij in onze tuin. Daar kwamen 400 bezoekers op af. Dat gaan we vaker doen, bedachten we. En zo is Weespers aan de Wand begonnen met kleinschalige exposities van verschillende Weesper kunstenaars op verschillende locaties en is verder uitgegroeid tot de landelijk bekende kunstmanifestatie van nu."

Een uniek evenement in Weesp.
"Het voldeed duidelijk aan een behoefte. Aan de eerste Weespers aan de Wand deden 25 kunstenaars mee en met elkaar zorgden we dat alles er kwam: de inrichting van de City als hoofdlocatie met schotten - we hebben ze met elkaar geschilderd - het vinden van sponsors, het programmaboekje, het betrekken van de scholen bij het project; de saamhorigheid van die beginjaren was ongekend. Ik ben met plezier jaren voorzitter van deze club geweest."

Uw droom was Weesp als kunststad?
"Daarom heb ik me ook hard gemaakt voor de kunstmarkt tijdens het Sluis-en-bruggenfeest. Kunst speelt een steeds grotere rol in Weesp en wat mij betreft mag dat alleen nog maar verder groeien."

Waar bent u trots op?
"Dat ik de Weesper Cultuurprijs heb mogen ontvangen, en de Gouden Speld van Weesp en de Gouden Speld van de SKBW. Ook leuk vind ik het dat mijn twee kunstobjecten 'In bloei' met de tulpen en het tableau van 'Verleden naar heden' in Aetsveld zo prominent aanwezig zijn. En ik ben er vooral trots op dat ik met anderen kunst in Weesp op een hoger plan heb gebracht. Een kunststadje in wording."