Kees Nelis geeft, zoals het hij het zegt, de ijssalon door aan Jonathan Sas.
Kees Nelis geeft, zoals het hij het zegt, de ijssalon door aan Jonathan Sas. Foto: André Verheul

'De mensen moeten straks zeggen: er is niks veranderd'

Kees Nelis gaat begin 2018 met pensioen en draagt zijn wereldberoemde ijssalon aan de Slijkstraat in Weesp over aan zijn bedrijfsleider Jonathan Sas, die al meer dan 15 jaar in de zaak werkt. "Overdragen…? Ik noem het doorgeven. Want zo voelt het. Ik geef de zaak door."

WEESP Jonathan Sas kwam meer dan vijftien jaar geleden bij Nelis' IJssalon werken als vakantiekracht. Na een studie aan de hotelschool en werk bij diverse restaurants keerde hij terug met de mededeling dat hij 'in het ijs' wilde. Dat de 33-jarige Weesper daarin een groot talent heeft, bewees hij onlangs tijdens de Coppa d'Oro, het WK ijsbereiden in Italië, waar hij als vierde eindigde: de hoogste Nederlander en zes plaatsen hoger dan zijn leermeester Kees Nelis.

"Ik heb het met Jonathan zó getroffen", zegt Kees Nelis (63). "We hebben de afgelopen jaren nauw samengewerkt en ik kan de zaak met een gerust hart aan hem doorgeven. Want dat is het, hè: dóórgeven. Ik wil dat de mensen straks zeggen: er is eigenlijk niks veranderd. Ik trek mij volledig terug, maar het blijft wel Nelis heten; daar is geen discussie over."

Je zei in een eerder interview in het WeesperNieuws: ik ben er trots op als ik mensen met een ijsje van Nelis door de Slijkstraat zie lopen.

"Daar zit enorm veel achter. Het is ontzettend leuk om mensen te zien die met een lachend gezicht met jouw product over straat lopen. Als ik verzekeringen had verkocht, was dat wel anders geweest. Dat had ik ook niet gekund trouwens. Kijk, dat ijsje was jarenlang gebaseerd op mijn smaak (Kees wrijft lichtjes met zijn vingers in de buurt van zijn mond). Sinds twee jaar geleden heeft Jonathan de leiding in de ijskeuken, maar er is in smaak haast geen verschil! Dat betekent continuïteit. Nelis ijs gaat dus gewoon door. Het wordt alleen maar mooier, daar ben ik van overtuigd. Jonathan is jong, heeft weer nieuwe ideeën…"

En bleek op de Coppa d'Oro beter dan jij…

(Kees lacht) "Als je dat zo wil zeggen, vind ik dat goed. Want dat betekent dat ik het als leermeester goed heb gedaan."

'Bij elke ijssalon neem ik twee bolletjes: hazelnoot en aardbeien'

Heb je ooit twijfel gehad over een smaak? Zo van: als de mensen het maar lekker vinden?

"Er zijn heel wat smaken in de vuilnisbak terechtgekomen. En er zijn smaken, zoals rozenijs, die zijn zó verschrikkelijk lekker, maar daar kun je geen bolletje van op. Dat is meer iets voor in een mooi restaurant, in een vingerhoedje bij een mooi gerecht. Net als baconijs, ja echt, met echte reepjes bacon van slagerij Van Donk erdoor. Dropijs is het andere uiterste. Dat hebben we heel even gehad. Maar telkens als ik die zwarte handel in de vitrine zag liggen, stond mij dat zo tegen. Dus hup eruit! Vanwege de kleur ja. Om diezelfde reden komt smurfenijs er hier niet in."

Wat is de crux van Nelis' IJssalon?

"Alle smaken zijn van een hoog niveau, maar daar springt een aantal nog eens bovenuit. Ik mag zeggen dat onze hazelnoot, pistache en chocolade echt van een zéér hoog niveau zijn. Je kunt niet met alle smaken een 10 scoren. IJs is een natuurproduct, dat moet je niet vergeten. De mango smaakte vorig jaar anders dan dit jaar. Dus moet je steeds aan dat ijs sleutelen."

Verkopen topsmaken het best?

"Niet altijd. Omdat iedereen zijn eigen smaak heeft. Een kind zal sneller aardbeien of banaan nemen dan hazelnoot."

Nee, smurfenijs.

"Dat krijgt je hier dus echt niet. Die kleur… je moet er toch niet aan denken dat dat er hier tussen ligt."

Hoe is het begonnen?

"Ik nam de zaak in 1976 over, als gevolg van het overlijden van mijn vader. Ik kreeg direct een enorme steun van mijn zus Marja en vrij snel daarna ook van Jan Wouter Bennink, veel mensen zullen hem kennen. Mijn vrouw Cathelijne loopt ook al dertig jaar mee. Dat team stelde mij in staat om dingen te doen waar je normaal in een beginnend winkeltje geen tijd voor hebt. Doordat zij zich voor een groot deel over de zaak bekommerden, kon ik naar beurzen en rondkijken bij collega's. Het belangrijkste om te weten is immers: wat doet je collega? Mijn smaak zette zich uiteindelijk naar de combinaties die topbereiders mij voorschotelden. Ik wilde de beste worden van de hele regio en ver daarbuiten."

Je was je 21 toen je er ineens alleen voor stond. Hoe moeilijk was dat?

"Je zit met je emotie en tegelijk moet je zakelijk blijven. Dat ging niet altijd goed, ik kreeg het niet meteen op de rails. Er was toen nog de Nelis puddingfabriek en een vestiging op Schiphol. Zelf deed ik op redelijk hoog niveau aan zeilen. Dat ging allemaal niet tegelijk, ik moest keuzes maken. Ik heb toen gezegd: we richten ons op één ijssalon, maar dan wel eentje met een enorme uitstraling. Nogmaals: dankzij de steun van mijn zus Marja, enige jaren geleden helaas overleden, is het gelukt."

Waarom pakte je het anders aan dan je vader?

"Ik had goede adviseurs en die zeiden: Kees, jij zit anders in elkaar dan je vader. Dus je moet het ook anders doen. We kozen voor het volgende model: een derde van je tijd hard werken, een derde in het bestuur, want dat heeft mij altijd getrokken, en een derde om een mooi privéleven op te zetten. Dus dat werd: de ijssalon, smaken ontwikkelen, cursussen doen, beurzen bezoeken. Daarnaast heb ik in talrijke besturen gezeten, van de Oranjevereniging in Nigtevecht tot de Kamer van Koophandel. Ik heb drie dochters en een schat van een vrouw. En nu dus ook nog eens een geweldige opvolger."

Vlieg je nog steeds, waar ook ter wereld, bij elke ijssalon die je ziet meteen naar binnen?

"En dat blijf ik doen! Mijn kinderen lachen mij erom uit, maar ik neem dan altijd twee smaken: hazelnoot en aardbei. Uit die twee smaken kan ik afleiden hoe die salon het doet. Ooit proefde ik in Zandvoort, in een zaak die nog steeds bestaat, een bolletje hazelnoot dat zo ontzettend lekker was... Dat werd mijn streven. Nu mag ik zeggen dat ik het ook zo lekker kan maken."

Je blijft terugkomen op het ambacht, de smaak. Is dat wat jou het plezier in dit vak bezorgt?

"Precies, dat is het. Het is een ambacht, een prachtig vak. Weet je wat leuk is: wij hebben een smaak - ik zeg niet welke - die ik eigenlijk niet meer mag verkopen van mijn accountant. De kostprijs is namelijk hoger dan de verkoopprijs, dus er moet geld bij. Maar ja, de smaak is zo verschrikkelijk lekker dat ik daar geen concessies aan doe."

Heb je weleens getwijfeld?

"Ondernemen is volgens mij alleen maar zoeken. Waar kan het beter, wat kan goedkoper...? Dus ja: ondernemen betekent voor mij veel twijfel. Temeer omdat we veel werknemers hebben, dit jaar 34 parttimers. Die maken allemaal deel uit van de Nelis-familie, snap je? Als er met een van hen iets aan de hand is, dan wordt dat ook onderdeel van jou. Dat is ook de kracht van het ondernemen van zoals ik het wil: het totale plaatje."

Je bent acht jaar raadslid voor het CDA geweest. Daar heb je lang over getwijfeld, zei je toen.

"Omdat ik niet wilde dat mensen hier in de zaak langskwamen om hun vragen of klachten te bespreken. Ik heb toen het besluit genomen om niet meer achter de toonbank te gaan staan. Geen politiek gedoe als ik aan het werk ben, hou op. Ik ben blij dat ik het zo gedaan heb, want het openbaar bestuur vind ik echt fantastisch!"

Heb je als raadslid veel bereikt?

"Wij vormden de raad die veel in gang heeft gezet en geregeld heeft: de Bloemendalerpolder, het Gezondheidsgebouw, Sportpark Papelaan, de sloop van de Kostverlorenflat. Ik vind het de mooiste raadsperiode die Weesp in de afgelopen veertig jaar gehad heeft. Dat durf ik - bam! - zo te zeggen. Mislukkingen zijn er ook geweest: we hebben niet het industrieterrein kunnen revitaliseren. En dat we het met het nieuwe zwembad en de accommodatie van Triton niet beter hebben kunnen doen, daar zal ik nooit vrede mee hebben."

Wat ga je straks doen?

"Motorrijden. Zeilen. Alles afmaken wat is blijven liggen. De verwaarloosde sociale contacten aanhalen. En naar Taipei om mijn dochter weg te brengen die daar gaat studeren. Ik kijk er echt naar uit om vrij te zijn om te handelen. Want dat heb ik sinds mijn 21e niet meer gedaan. Wist je dat ik mijn hele leven heb gezegd dat ik voor de inspanningen en uren die ik in mijn leven heb gemaakt, één jaar wil afsnoepen van de pensioengerechtigde leeftijd: die was toen 65. Als ik de zaak op 1 februari overdraag, is dat precies een week voor mijn 64e verjaardag."

En de ijssalon?

"Daar blijf ik komen, als vrolijke klant. Hazelnoot en aardbeien..."

Jonathan Sas is de nieuwe ijsbaas.