Stephanie Prinssen is tekstschrijver, yogadocent en betrokken bij Weesp Chamber Music Festival. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.
Stephanie Prinssen is tekstschrijver, yogadocent en betrokken bij Weesp Chamber Music Festival. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.

De Heilige Geest

Reken het mij niet aan, maar feiten en fabels houd ik liever gescheiden, dus zocht ik op de 50ste dag na Pasen even de betekenis van Pinksteren op. Van de spaarzame lessen Bijbelse geschiedenis waren mij alleen de vurige tongen bijgebleven. Maar goed, die dag, of eigenlijk die dagen, memoreren wij dus de uitstorting van De Heilige Geest. Iets wat in Weesp al jaar en dag in de Synagoge en de Van Houtenkerk wordt gevierd met de kunstmanifestatie Weespers aan de Wand. Kennelijk gaan kunst en religie prima samen. En ach, inspiratie is toch de geest krijgen, nietwaar? En met de deadline van deze column in zicht, kon ik daar wel wat van gebruiken.

In de veronderstelling dat de ideeën wel uit de lucht zouden vallen, toog ik naar buiten, en dronk mijn koffie in de oorverdovende stilte op ons achterterras. Ik wachtte, en wachtte. Trommelde wat met m'n vingers. Maar nee, niets schoot mij te binnen. Zelfs niet het kleinste invalletje viel mij ten deel. Ongeduldig schoot mijn blik de tuin door, en heel even zag ik door mijn wimpers een paar rode kaboutermutsen voor vurige tongen aan. Alleen zwegen die kitscherige tuinwachters zoals gewoonlijk in alle talen. Maar wie had van hen ook bezieling verwacht?

Een fikse wandeling werkte beter. In een weiland langs de Vecht droeg een paradepaard zijn manen parmantig in drie vlechten. Een stuk verderop stond een dik varken op zijn achterpoten, en hij leek te overleggen met zijn verzorgers. Wacht eens even... Napoleon! Mollie! Mijn brein had duidelijk een orwelliaanse afslag genomen, en in mijn hoofd tekende ik op het varken een stalinistische snor. Want alle dieren mogen dan gelijk zijn, sommige zijn toch meer gelijk dan andere. Een beetje nasabbelend op die gedachte liep ik via de Oudegracht naar huis en werd onderweg bijna door stomheid geslagen. Een koet had de geest gekregen en zich kunstig genesteld in een glas-in-loodbootje dat voor Weespers aan de Wand op een helgroen kunststof draagvlak op het water dreef. Koninklijk en een tikje hautain keek het dier uit de hoogte. Hoe treffend drievuldig kan één voorbeeld zijn?