Bestuurders van Amsterdam bewonderen hun nieuwe buitenplaats
B en W van Amsterdam waren gisteren in Weesp om te vergaderen, een boottochtje te maken en werkafspraken over de fusie te ondertekenen.
WEESP In de tijd dat Jacob Otten Husly het stadhuis van Weesp liet bouwen (1772-1776), stichtten rijke Amsterdamse kooplieden en regenten tal van buitenplaatsen rond de hoofdstad, onder meer langs de Vecht. Misschien zou het hedendaagse Amsterdamse stadsbestuur het Weesper stadhuis in de nabije toekomst af en toe als hun buitenplaats kunnen gebruiken, zo zag burgemeester Bas Jan van Bochove de herbestemming wel voor zich. Helemaal geen gek idee, liet zijn collega Jozias van Aartsen blijken.
Ook gisteren konden de Amsterdamse bestuurders er weer even tussenuit op de Vecht. Maar waarnemend-burgemeester Jozias van Aartsen en de wethouders Rutger Groot Wassink (Sociale Zaken), Marjolein Moorman (Onderwijs), Laurens Ivens (Wonen), Marieke van Doorninck (Ruimtelijke Ordening), Simone Kukenheim (Zorg), Sharon Dijksma (Verkeer) en Touria Meliani (Cultuur) waren er niet alleen om te ontspannen en rond te kijken: er moest ook gewerkt worden. Met gemeentesecretaris Wil Rutten en zonder Udo Kock (Financiën, afwezig) werd de wekelijkse collegevergadering afgewerkt. Dat gebeurde in de raadzaal van Weesp. Het college van Weesp vergaderde tegelijkertijd in de collegekamer, een deur verderop.
Dinsdag marktdag
Er moest natuurlijk even worden omgereden, want de entree naar het centrum (Van Houtenlaan-Groeneweg) ligt voor een paar maanden open. Maar daar zullen de Amsterdammers vast niet van hebben opgekeken. De dienstauto zette Van Aartsen netjes af op de Pleinbrug, want dinsdag marktdag. Collega Van Bochove heette hem welkom tussen de verse kaas en de gegrilde kip. Van Aartsen keek bewonderend omhoog naar de façade van het stadhuis en ontboezemde dat hij nog niet eerder in Weesp was geweest. Van Bochove ging zijn ambtsgenoot voor naar de Burgerzaal en de raadzaal, de voormalige Schepenzaal. Het Italiaanse en Belgische marmer en het verfijnde stucwerk deden als vanouds hun indrukwekkende werk. Na Van Aartsen druppelden ook de wethouders binnen. Op de tafels stonden koffie, water, broodjes, vers fruit en Weespermoppen klaar, maar de Amsterdamse blikken gingen naar de schilderingen van Jacob Buys boven de deuren en 'De Zeven Werken van Barmhartigheid' van de Weesper Gouden Eeuwschilder Sybilla. Ook de Weespers wethouders meldden zich. Maarten Miner (Milieu), Astrid Heijstee (Zorg), John Vos (Ruimtelijke Ordening) en Léon de Lange Financiën) maakten kennis en wisselden vriendelijkheden uit. Iemand wees op de muurtekst 'Discite Iustitiam Moniti ('leer rechtvaardigheid betrachten'), want dit was vroeger ook een gerechtsgebouw. Tijd voor de groepsfoto, die volgens Van Bochove naar de inwoners van Weesp het vertrouwen moet uitstralen dat beide stadsbesturen in hechte vriendschap doortastend de toekomstige fusie gestalte gaan geven. Een historische opdracht. Voor die foto wilden de dames en heren echter niet voor het kleine deurtje staan met het afschrikwekkende doodshoofd waarachter de trap onherroepelijk naar de kerkers leidt. Dus werd de opstelling gemaakt op de trap richting de vroegere Vroedschapskamer, nu Museum Weesp. Dan gaan de deuren dicht. We zien nog net hoe de wethouders van Amsterdam zich op de Weespermoppen storten.
