Weesp wil af van laagste onderhoudsniveau straten
WEESP De gemeente Weesp wil binnen vier jaar af van al het achterstallig onderhoud aan straten, stoepen, fietspaden, bruggen, verlichting en kademuren en bruggen. Dat moet lukken met het nieuwe onderhoudsplan voor alle infrastructuur in de stad.
Eerst even wat cijfers: de gemeente voert het beheer en onderhoud van bijna 1 miljoen vierkante meter aan asfalt, klinkers en tegels, ruim 15 kilometer aan oeverconstructies, 5 beweegbare bruggen, ruim 2800 lantaarnpalen en 56 'civieltechnische kunstwerken' (waaronder kleinere bruggen, remmingwerken en de sluis).
Voor het onderhoud wordt komend jaar bijna 1,7 miljoen euro uitgetrokken. De gemeente hanteert vier onderhoudsniveaus en van het laagste (niveau D) wil wethouder Maarten Miner (GroenLinks) helemaal af. De niveaus hebben te maken met de kwaliteit, zo legt hij uit in ons wekelijks B&W-gesprek. "Vergelijk het met een auto: een zeer slecht onderhouden auto breng je op een gegeven moment naar de sloop. Maar als je hem een beetje zorgvuldig onderhoudt, gaat hij langer mee en ben je aan het einde van de rit goedkoper uit." Ongeveer 7% van Weesp zit op het laagste onderhoudsniveau. "Dat willen we terugbrengen naar nul. Gebleken is dat we alles minstens op niveau C kunnen krijgen. Dat is niet eens duurder. Sterker nog: het levert een besparing op de kosten op langere termijn op. Weesp ligt er straks tiptop bij."
Er speelt nog een ander argument om zo snel mogelijk van onderhoudsniveau D af te raken: de kans op onveilige situaties is groot. Dat is niet alleen zeer onprettig voor de inwoners, maar bij ongelukken kan het de gemeente ook schadeclaims opleveren.
Beluister het B&W-gesprek op www.weespernieuws.nl