Van de lezers

Praathuis

In ons stadje mogen wij ons gelukkig prijzen dat er nog een café bestaat dat het goede oude predicaat 'praathuis' toekomt. Regelmatig wordt daar 'vergaderd', waarbij knakkers als Gerrit Portengen, Bart van Bragt, Jaap vd Meent, Cor vd Poel en nog meer van dat ongeregelds (w.o. ondergetekende) aanschuiven. En ja, tijdens de somtijds robuuste gesprekken komen dan natuurlijk ook de tijden van ooit voorbij. Laatst ging het over duiken of springen vanaf de brug bij Driemond (Amsterdam-Rijnkanaal) om dan mee te kunnen liften (vasthouden aan een lijn of bolder aan de zijkant) met een schuit richting Amsterdam of andersom: naar Nigtevecht... om die dan een kilometertje verderop te lossen voor de greep naar een tegemoetkomend schip die de knul dan terug op de vertrekplaats diende af te leveren. Dat ging lang niet altijd van een leien dakje: als de schipper ze tijdig in de peiling kreeg en slecht in zijn hum was, konden ze een trap op de handen verwachten. Ik stelde mij voor hoe dit een geweldig avontuur moest hebben betekend voor de lefgozer die jongens toen waren… en mijmerde daarop terug naar vergelijkbare escapades die ik toen als Bussumse knaap - in tegengestelde seizoenen, dat wel - ondernam. Winters leverden toen wegen op onder stevig en glad aangestampte sneeuw, pekel was gelukkig nog niet ontdekt. Ter hoogte van de Franse Kamp, bij de hei, zeg een 300 m vóór de huidige Gamma, de plek waar nu een rotonde ligt, sprong ik samen met een maat achter aan een auto meteen in de hurkzit, de handen in één beweging klemvast aan de chromen bumperrozet. Vervolgens lieten wij ons een kilometer of acht meeslepen tot aan de Weespse kruising, de plek waar nu restaurant Tong Ah zit (voorheen De Adelaar). Daar loerden wij - net als de eerder besproken brugduikers - naar een lift retour woonplaats. De rotgang tijdens de sleeprit, de wervelende en ronduit bedwelmende uitlaatgassen, de roffel van schoenen op het wegdek in een kluts met de ronk van de motor, het gevaar voor sneeuwloze - dus stroeve - plekken waar je keihard op het asfalt kon smakken, bestuurders die je in de gaten kregen, in de ankers gingen en je dan woedend achtervolgden, bloedserieuze agenten op motorfietsen… en last but not least: je moeder die dezelfde avond verbijsterd jouw verruïneerde schoenen inspecteerde… ja, mooi dat zaken als dit nog opgerakeld kunnen worden… in het praathuis.
Daan van den Wall Bake

Onder zeil

'Rooie Gerrit is op een missie: Geef Weesp zijn historische zeilschepen terug', zo staat er boven het stukje in het WeesperNieuws van vorige week. Hij ziet het voor zich: oude zeilschepen in het stadsbeeld van Weesp, de Kom als museumhaven. Sorry Gerrit, maar ik hoop toch dat deze missie geen groen licht krijgt. Ik zie graag een Kom vol levendigheid met bootjes en sloepjes die komen en gaan. Die afmeren om op een van de gezellige terrasjes wat te drinken of te eten of misschien even de Slijkstraat in te lopen voor een ijsje en dat op te eten terwijl je kijkt naar de bruggen die aan beide kanten open- en dichtgaan en de bootjes die in- en uitvaren. En of je nu op een brug staat, voor de kerk zit op een bankje, een rondje loopt of op een terrasje zit: overal heerlijk goed zicht op de hele Kom. Ik moet er niet aan denken dat dit vrije zicht straks ontnomen wordt door oude zeilschepen die het hele jaar als museum in de Kom blijven liggen. In de winter liggen er al twee van die oude schepen Misschien vindt u het prachtig, maar ik zie alleen maar roest, rotzooi en rommel. Van alles en nog wat ligt er op die schepen, onder stukjes zeil overal aan vastgebonden met stukken touw: huisraad, fietsen, lege kratten, volle kratten enz. enz. Alles wat mooi aan de schepen is kun je niet zien door alle rommel die er bovenop ligt. Het enige mooie eraan is de verlichting in het donker. Kijk eens in Muiden: daar liggen ze ook het hele jaar, soms wel 3 of 4 dik afgemeerd. Misschien leuk voor de paar weken in de zomer dat ze gebruikt worden en dus schoongemaakt en opgeruimd zijn, maar de rest van het jaar kijk je tegen een troosteloze bruine rommel aan. Ze ontnemen alle zicht op het water en de bootjes die langsvaren. Dit moeten we toch niet willen in Weesp, 'Weesp onder zeil': een Kom vol verpauperde en verbouwde oude roestige schepen die al het zicht over de gezellige Kom verstoren. Nee, bedankt.
Mevr. Doppenberg