Stephanie Prinssen is tekstschrijver en yogadocent. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.
Stephanie Prinssen is tekstschrijver en yogadocent. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.

Brandhaar

Omdat ik graag zaken koppel die ogenschijnlijk geen zier met elkaar te maken hebben, neem ik je vandaag mee naar de Veeneikbrug. Inderdaad, ja. Ook ik heb die naam even opgezocht. Waardoor ik uitkwam bij het niet al te fraaie architectonische hoogtepunt dat de Weespertrekvaart overbrugt. Een toeristische trekpleister kan ik het niet noemen, maar praktisch is hij wel. Vooral als je - in mijn geval onbedoeld - je hoogtevrees wilt testen. Want daar ken ik die rechtlijnige lelijkheid dus van, hè. Geinige route, dacht deze blije fietser nog. Totdat ik - o, dom gansje - mijn blik naar beneden richtte en het onderliggende landschap door die afgrijselijke rasterroosters onder mij door zag glijden. Wist ik veel dat daar de fossiele resten van voorchristelijk heilig gewaande eiken in het veen liggen verzonken. Trouwens, veel tijd om na te denken was er niet bij. Jachtig hyperventilerend zette ik met een ‘niet piepen Stephie, doortrappen. Je houdt toch zo van industrieel?’ er nog wat vaart achter. Misselijk van vrees bereikte ik de overkant. Al is het tien jaar geleden, je merkt, deze brug is er nog steeds een te ver. Maar ik kan nu wel mooi overstappen op een plaaginsect dat in zijn naam zowel het sacrale karakter als de eerdergenoemde boom verenigt: de eikenprocessierups. Met z’n spookachtig krioelende nesten en de neiging om ’s nachts en masse hele bomen kaal te vreten. Toch is de honger van dit Rupsje-nooit-genoeg nog vrij onschuldig vergeleken bij de venijnig allergene brandharen die meneer verliest. Dus mocht er onverhoeds zo’n gribusnest loslaten en boven op je vallen, trek dan subiet je kleren uit en strip je huid met plakband. Zo las ik op een website over dit lieftallige diertje. Lichtelijk kokhalzend van het idee dat zo’n wriemelende larvenzak zomaar uit de boom kan klappen, dacht ik aan de met rood-wit lint omknoopte bomen op het Buitenveer. Nu is mijn privacy mij heilig, en een wild strippende vijftiger wil ik jullie zeker besparen. Dus die gemarkeerde bomen zal ik vermijden. Maar wel met een rol tape in de aanslag: een ander help ik maar wat graag van zijn haren af.