Inwoners aan de slag voor de bloemetjes en de bijtjes
WEESP Op vijf plekken in Weesp gaan inwoners een stukje gemeentegroen beheren als wilde tuin. Met de aanplant van verschillende bloemen en planten worden dat bijenweitjes. Een steuntje in de rug voor de teruglopende insectenstand.
door André Verheul
Het is een experiment dat wethouder Maarten Miner (GroenLinks) lanceerde nadat imker Gert Admiraal aandacht vroeg voor het in zijn ogen povere groenbeleid van de gemeente. Door inwoners in te schakelen om op gemeentegrond wilde tuintjes te beheren, kan er nog deze zomer een eerste stap richting meer biodiversiteit worden gezet. "Daar ben ik heel erg gelukkig mee", zegt de wethouder in onze podcast De Collegekamer.
Anders maaien
De gemeenteraad nam donderdag een motie van PvdA en GroenLinks aan waarin de wethouder wordt opgeroepen een aanpak ter bevordering van biodiversiteit te ontwikkelen. Het leverde nog een hele discussie op, maar alle raadsfracties vinden de bloemetjes en de bijtjes zo sympathiek dat de motie brede steun kreeg. Ook kreeg Miner complimenten voor de fleurige staat van de nieuwe Groeneweg en Van Houtenlaan. In de raadsvergadering nam hij die graag in ontvangst, maar in onze podcast moet hij er toch iets op afdingen. "Onze bloemenperkjes zijn vaak voorzien van maar één soort. Ik vind het lastig te snappen, maar onze grond is te rijk. Terwijl juist schralere grond beter schijnt te zijn voor biodiversiteit." Miner kondigde al eerder een nieuw groenbeleidsplan aan. "Dat betekent dat we meer verschillende bloemen op één plek planten, de grond wat moeten verschralen en ook anders moeten gaan maaien." Want door het millimeteren van het gras (de imker noemt het 'grasfalteren') missen de bijen hun bloemetjes. Het betekent volgens Miner wel dat het gemeentegroen volgend jaar rommeliger gaat ogen. "Op sommige plekken zal het gras langer zijn. Dat ziet er slordiger uit, maar het is beter voor de bij."
Beluister de podcast op weespernieuws.nl
'Slordiger voor het oog, beter voor de bij'