Stephanie Prinssen is tekstschrijver en yogadocent. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.
Stephanie Prinssen is tekstschrijver en yogadocent. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff. Foto:

Tuinvolk

Omdat ik het kennelijk leuk vind om mijzelf te kakken te zetten tegenover een compleet volk, besloot ik het groenbeleid in onze achtertuin eens op bijenvriendelijkheid te taxeren. Want met de bloemetjes voor de bijtjes gaat het, zoals je weet, momenteel niet zo best. Daar kun je op tuinniveau al heel wat aan doen. Zelfs op een terras met weinig aanplantmogelijkheden. Al bleek in mijn geval de praktijk weerbarstiger dan verwacht. Want wie bevolkten mijn potten? Uitheemse gewassen van een niet-bloeiende soort?! En wat dacht ik eigenlijk te bereiken met een border vol bamboe en vlezig succulente bodembedekkers? Of met dat vochtige hoekje vol varens? Geen bij die je daarmee kunt paaien. Om je de wortels uit de grond te schamen, zeg. Zo erg. En dan heb ik ook nog een winterharde bodembedekker. Die met z’n terrasvormende vlonderplanken - weliswaar van gerecycled materiaal, maar dit terzijde- de biodiversiteit per m2 drastisch doet dalen. Geen aangewaaide stokroos die daar nog tegen helpt. Gelukkig kan ik deze bijenwoestenij grotendeels wijten aan mijn twee nuffige natneuzen. Want al zet je in elke hoek een kattenbak, zij prefereren volle grond boven het fijnste kattenzand ter aarde. Wat steevast - tenzij het regent- resulteert in tuinkakken achter de wortelstok van de varens en het systematisch uitroeien van planten met urinezuur. Want wat ik ook kocht en aanplantte; het stierf tragisch een gelige dood. Op die varens na dan. Maar die prehistorische groenvoorziening heeft zijn oorsprong in het tijdperk der vissen, oftewel ergens in het Devoon. Die schrikken niet van ammoniaklucht en zijn (tot nu toe) niet dood te krijgen. Dat ik de bijen er niet mee zal redden, is geen twijfel aan. Goddank heb ik (voordat mijn gezichtsverlies onherstelbaar compleet is) nog één biodiverse troef in handen: een druif van minstens 35 jaar. Deze gigantische Glorie van Boskoop omzoomt met zijn weelderige ranken ons gehele terras en biedt in september als logement De Lekkende Druif voedsel en onderdak aan heel wat buitenbeesten. Daar zullen vast blije bijen bij zijn, maar gezien hun specifieke kamerwensen bouw ik deze week ook nog even snel een nieuw bijenhotel.