De ja/ja-sticker kan de doodsteek zijn voor huis-aan-huiskranten.
De ja/ja-sticker kan de doodsteek zijn voor huis-aan-huiskranten. Foto: Carolina Linares

Ja/ja-sticker bedreigt onmisbare
huis-aan-huiskrant

De ja/ja-sticker moet papierverspilling tegengaan. Als ook huis-aan-huisbladen onder deze maatregel vallen, is dat de doodsteek voor de lokale krant. Uitgevers trekken aan de bel.

Tientallen uitgeverijen in Nederland hebben grote zorgen over de toekomst van lokale media. Een nieuw stickersysteem dat papierverspilling tegen moet gaan, zou lokale huis-aan-huiskranten eenzelfde behandeling kunnen geven als reclamefolders. Dat bedreigt de lokale nieuwsvoorziening, terwijl kranten juist gemaakt zijn van steeds opnieuw gerecycled papier.

Het gevaar schuilt in de verschillende manieren waarop gemeenten met het stickersysteem (zie kader) omgaan. Nadat Amsterdam het vorig jaar invoerde, bleek dat reclamefolders onder het mom van 'huis-aan-huiskrant' alsnog in alle brievenbussen werden bezorgd. Rotterdam heeft daar iets op gevonden door met uitgeverijen af te spreken dat een échte huis-aan-huiskrant minimaal dertig procent aan redactiepagina's moet bevatten. Utrecht kwam niet op dat idee. Daar weert het stadsbestuur folders als huis-aan-huiskranten uit de brievenbussen van haar inwoners. Steeds meer gemeenten gaan over op de ja/ja-sticker. Realiseren zij zich voldoende dat ze daarmee mogelijk het kind (het huis-aan-huisblad) met het badwater weggooien?

7,7 miljoen Nederlanders

Huis-aan-huiskranten zijn de oudste manier van nieuwsverspreiding van het land. Ondanks de komst van onlinemedia zijn Nederlanders de laatste jaren níet minder huis-aan-huiskranten gaan lezen. Volgens NOM-onderzoek (onafhankelijk landelijk onderzoek naar bereikcijfers van kranten) van dit jaar lezen wekelijks 7,7 miljoen mensen een huis-aan-huiskrant. Er zijn bijna 400 van die kranten in Nederland, in zo’n 200 daarvan staat informatie van gemeente, provincie en/of overheidsinstanties zoals Rijkswaterstaat.

Lokale samenleving

Huis-aan-huiskranten zijn essentieel binnen een lokale samenleving. Ze staan vol nieuws uit de buurt, aankondigingen van lokale activiteiten, ingezonden stukken en aanbiedingen van lokale adverteerders. Onderzoek van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek wijst uit dat inwoners hun informatie over de gemeenteraadsverkiezingen voor het grootste deel uit hun lokale krant halen. Roy Keller van branchevereniging NNP wijst ook op de waakhondfunctie. "Niemand kan zo in de haarvaten van een lokale samenleving zitten als huis-aan-huiskranten. Ook regionale dagbladen niet, die moeten een groter gebied bestrijken en bereiken een stuk minder mensen. De huis-aan-huisbladen worden betaald door adverteerders, die betalen voor het bereik. Als dat door de ja/ja-stickers drastisch minder wordt, valt het verdienmodel weg en betekent dat de doodsteek voor de huis-aan-huis krant. Je hebt het echt over duizenden banen in Nederland. Redacteuren, advertentieverkopers, vormgevers, backoffice-medewerkers, mensen in de drukkerijen. En wat dacht je van krantenbezorgers, wel 30.000 in heel Nederland."

Krant is gemaakt van papier dat tien keer gerecycled is

Verspilling?

Het argument voor de ja/ja-sticker is het tegengaan van papierverspilling. Dat gaat voor huis-aan-huisbladen niet op. Los van het feit dat het papier nuttig wordt gebruikt, worden alle kranten in Nederland gemaakt van papier dat tien keer gerecycled is. Krantenpapier is afkomstig uit speciale kweekbossen in Scandinavië, voor elke omgehakte boom in zo’n kweekbos worden er twee terug geplant. Drukkerijen werken volgens strenge milieueisen, waarop ze jaarlijks worden gecontroleerd. De uitgeverijen zijn dan ook uiterst verbaasd dat lokale kranten door sommige gemeentebestuurders als papierverspilling worden beschouwd.
Thomas Bruning zit namens de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ) in een expertiseteam van de VNG (Verenigde Nederlandse Gemeenten). Het beperken van vrije verspreiding en voorziening van nieuws zou volgens hem een cruciale misser zijn. "Je moet heel voorzichtig zijn met het uitsluiten van bepaalde bevolkingsgroepen van de nieuwsvoorziening. In plaats van de nieuwsvoorziening te beperken, zouden de gemeenten lokale media juist moeten hélpen. Er wordt op dit moment veel te makkelijk gedacht dat je print wel even kunt vervangen door online. Dat het ene automatisch in plaats komt van het andere is een misvatting. Online en print blijven allebei bestaan, náást elkaar."