Stephanie Prinssen is tekstschrijver en yogadocent. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.
Stephanie Prinssen is tekstschrijver en yogadocent. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.

Verleden tijd

Omdat manlief L. inpandig wilde verbouwen, begon ik ein-de-lijk eens aan het uitmesten van onze huiskamerkast. Om de daarin verzamelde zaken nog eenmaal te aanschouwen voor ze echt tot stof waren vergaan. Wat erg veel lol opleverde toen ik op een pareltje stuitte waardoor ik meteen het Weesper verleden indook. Ik schat zo rond de tijd dat Nederland net aan het aap-noot-miezen sloeg. De teleporter die dit faciliteerde bevond zich onder een stapel vergeten theedoeken van wijlen tante Kit. En ja, dat is inderdaad de dame die ik al eens eerder opvoerde in verband met een geërfde tuinbank die op Kweeklust een derde leven kreeg. Dat deze driezitter net naar een vierde leven is geschilderd, is zeer vermeldenswaardig, maar doet er nu even niet toe. Belangrijker is het Weesper Straatnamenboek dat wij kennelijk naast een stel 5-maal-D’tjes ook uit haar erfenis verkregen. Want uit een ingestoken schrijven bleek dat zij het in 2001 met een Weesper detaillistenactie gewonnen heeft. Ik bladerde het even door en verdiepte mij in de historisch verklaarde straatnamen. Toch was het niet dit boekje dat mij terugschoot in de tijd. Nee, daar zorgden twee eruit dwarrelende kopietjes op gemeentepapier wel voor. Op die ietwat smoezelige velletjes stonden namelijk twee abc-gedichten waarin neringdoenden uit 1898 en 1915 van een karakteristiek werden voorzien in een stramien als Rie Cramers 'A is een Aapje, dat eet uit zijn poot; B is de Bakker die bakt voor ons brood'. En die, zo las ik in een (gemeentelijke?) notitie onderaan, langs de deuren als Weesper alfabet werden verkocht. Alleen is van enig nostalgisch onderricht bij deze Weesper abecedariums geen sprake. Wie leert zijn kind nou dat de T is van smid Teerink, die heb een lekker wijf? Of dat de U is van straatmuzikant Uffelie, die likt zich het lijf? Laat staan dat je een pimpelende winkelier Rog of een schele schipper Schulp in slaapverhaaltjes een rol laat spelen. Geen wonder dus dat de strenge arm der wet op dit weinig vleiend schrijven beslag heeft gelegd. Wel jammer dat over het inrekenen van de opstellers ervan in de notitie geen woord wordt gerept.