De Aetsveldsepolder in volle glorie.
De Aetsveldsepolder in volle glorie. Foto: André Verheul

'Windmolens in de Aetsveldsepolder, hoe verzin je het'

WEESP De gemeente Weesp ziet de Aetsveldsepolder en de Bloemendalerpolder als mogelijke locaties voor windmolens. Twee lezers reageren op dit nieuws.

In WeesperNieuws (29/4) met de feestelijke terugblik op Koningsdag stond een beetje weggestopt op de overzichtspagina met Extra-artikelen een aanzienlijk minder feestelijk en zelfs alarmerend bericht. De gemeente Weesp is ‘op zoek naar locaties voor windenergie’ en denkt daarbij ook aan de Aetsveldsepolder. Trouwens, ook aan de Bloemendalerpolder, maar die is qua aanblik toch al verwoest door alom aanwezige nieuwbouw, bruggen, een spoorlijn en de A1.
De Aetsveldsepolder als locatie voor windmolens, hoe verzin je het. De laatste vrijwel ongerepte polder, aan de zuidkant van Weesp. Een plaatje als je vanaf Nigtevecht Weesp nadert. De enige overgebleven, stille en ongerepte polder zonder nabijgelegen snelwegen. Een groene oase, waar je nog ver en onbelemmerd kunt kijken met aan de horizon boomgroepen en het kerktorentje van Nigtevecht en van daaruit gezien een prachtig profiel van Weesp, want vanuit het zuiden gezien is gelukkig zelfs de hoogbouw in het noorden van de stad onzichtbaar. Windmolens zullen dat rustieke beeld van de Aetsveldsepolder voorgoed verpesten door de hoogte van de molens, terwijl het draaien van de wieken het landschap rusteloos maakt en de techniek een industriële sfeer oproept. En wat te denken van de inwoners van Nigtevecht, die het oer-Hollandse en landelijke uitzicht over de polder richting Weesp zullen verliezen? Kortom, hoog tijd dat de bevolking in het geweer komt tegen windmolens in de Aetsveldsepolder. Laat de gemeente of welke instantie dan ook maar kiezen voor windmolens in de Bloemendalerpolder, dat landschap is toch al verloren.
Dick van Zomeren, Weesp.

Wat een splijtend contrast

Vandaag, 7 mei 2020, nam ik de A-1 richting Apeldoorn. Even voorbij Baarn kijk ik rechts richting Amersfoort. Mijn oog wordt gestreeld door de wijdte van een ‘ouderwetse’ Nederlandse polder, onderbroken door losse houtopstanden, een oude boerderij, de verre kartel van een horizon die ietwat opgetild wordt door de glooiing van de Utrechtse Heuvelrug. Dan kijk ik naar links en dreigt mijn oog te haken aan een al even charmante ‘vista’,… doch nu onderbroken door een groot aantal malende windmolens. Wat een splijtend contrast!
In het WeesperNieuws lees ik dat o.a. de Aetsveldsepolder door de gemeente zou zijn aangemerkt als mogelijke locatie voor de plaatsing van windmolens. Ik moet er niet aan denken, God verhoede dit. Met name deze polder is nog goeddeels ongeschonden, op ieder moment van de dag en vanuit elke invalshoek behaagt het zicht op de ‘organische’ landerijen met hun veelal ongeplande begroeiing en heiige horizonten. Laat ik daarom deze gelegenheid aangrijpen de minder fraaie kanten van de windmolen-energiebron op een rij te zetten; die kanten worden namelijk nogal eens vergeten in de euforie van ‘groene energie’. De tegenwoordig werkelijk mastodontische windmolens - die overigens de eigenaren van de grond waarop zij staan niet zelden royaal geld opleveren - zijn niet alleen angstwekkend groot, maar ook heel onderhoudsintensief (dus duur) en zowel in productiefase als later als ze gerecycleerd moeten worden energievretend en extreem milieuonvriendelijk en zo zullen ze op de lange duur een enorme afvalhoop creëren. Ze maken herrie, zijn volgens het merendeel van de aanschouwers gruwelijk lelijk, door beweging (slagschaduw) en geluid wekken ze een groot deel van de tijd onrust onder omringende levende have en ad fini betekenen ze niet zelden de finale guillotine voor vogels die tegen de schoepen hun einde vinden. En ja, bij dit alles dient dan ook nog vermeld te worden dat de gegenereerde energie slechts selectief wordt afgegeven bij (gunstige) wind en daarom dus moeilijk voorspelbaar of in te plannen (en op te slaan) is.
Mijn voorstel: laten we toch wat voorzichtiger zijn met ons landschappelijke erfgoed, Holland ‘verdoost’ immers al razendsnel en het argument van de ‘vooruitgang’ kan toch niet eeuwig leidend zijn in een dichtslibbend land? Het ware beter even niet te zwichten voor de vooruitgangsfetish en te wachten op de (aanstaande) schone brandstofcel/waterstoftechniek. Dat principe brengt het beste van twee werelden: een ongeschonden landschap in een combi met schone energie, en zal eerdaags productierijp zijn.
Daan van den Wall Bake, Weesp

Over de zoeklocaties windmolens lees je op WeesperNieuws Extra