Hoe ziet de toekomst van de theaters eruit?
Hoe ziet de toekomst van de theaters eruit? Archieffoto Bastiaan Miché

Wethouders slaan alarm: 'Ware kaalslag in ons cultureel landschap'

WEESP Gedeputeerde Zita Pels (Cultuur) doet samen met de wethouders van alle Noord-Hollandse gemeenten een klemmend beroep op minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) om gezamenlijk de musea, theaters en podia te redden.

In een brief aan de minister vragen alle 47 gemeenten en de provincie om cultuur op lokaal en regionaal niveau nadrukkelijk een plek te geven in toekomstige steunmaatregelen. Namens de gemeente Weesp is de brief ondertekend door wethouder Leon de Lange.

De ondertekenaars wijzen erop dat de culturele sector in Noord-Holland van groot maatschappelijk en economisch belang is. De helft van de totale culturele infrastructuur van ons land bevindt zich in Noord-Holland. "In Amsterdam zijn maar liefst één op de tien inwoners economisch afhankelijk van de culturele sector", staat in de brief. "De schade door de maatregelen die zijn genomen in de strijd tegen het coronavirus hebben dan ook een grote impact: de eerste schade in omzetverlies tussen maart en juni is berekend op 500 miljoen euro."

Niet in aanmerking

Het steunpakket van het Rijk richt zich op de grote instellingen met nationale en internationale bekendheid. Regionale theaters, musea en podia komen hier niet voor in aanmerking. "Natuurlijk is het van belang dat landelijke instellingen in onze provincie, zoals het Concertgebouw, het Teylersmuseum of het Muiderslot, door deze crisis komen", schrijven de bestuurders. "Minstens zo belangrijk zijn de theaters, musea en podia buiten de grote steden, in de Metropoolregio Amsterdam en Noord-Holland Noord. Net als in de grote steden zijn deze instellingen een voedingsbodem voor talent. Zij zijn de plek waar mensen dicht bij huis van cultuur kunnen genieten, van lokale gezelschappen tot professionele producties."
De briefschrijvers menen dat zonder de culturele instellingen in de regio talent niet de kans krijgt om door te groeien, kinderen niet in aanraking komen met cultuur en vele mensen in de culturele sector hun baan verliezen. Lokale overheden doen wat in hun vermogen ligt om de zaak overeind te houden, maar de mogelijkheden zijn beperkt. "Zonder extra middelen kunnen wij de instellingen niet redden", schrijven de wethouders.