Hans Burggraaff is huisarts, voorzitter van CDA Weesp en oud-voorzitter Oranjevereniging. Volgende week op deze plek: Nora Schenk.
Hans Burggraaff is huisarts, voorzitter van CDA Weesp en oud-voorzitter Oranjevereniging. Volgende week op deze plek: Nora Schenk.

Mevrouw Zelf

Vanwege de overname van een huisartspraktijk kwamen wij vanuit Amsterdam Centrum in Weesp wonen. Veel patiënten kenden de nieuwe vrouwenstem nog niet aan de praktijktelefoon. Zij vroegen dan mijn echtgenote Betty niet: ”Bent u mevrouw Burggraaff?”, maar ze vroegen: “Bent u Mevrouw Zelf?” Betty reageerde steevast opgewekt met: “Ja, u spreekt met Mevrouw Zelf.” Een van de vele plezierige ervaringen die Weesp ons gaf. Een aantrekkelijke plaats om vele redenen:
De eerste reden: Werk! Zo'n 1000 huisartsen waren in die tijd werkloos. Overal in de Randstad startten huisartsen niet-levensvatbare praktijkjes van een paar honderd patiënten. De medische zorg liet daar vaak te wensen over. Veel lezers weten: een arme dokter is een slechte dokter. Voor werk als huisarts keken wij naar Amsterdam-Zuidoost, Amersfoort, West-Friesland, maar ook verder weg: naar Zuid-Afrika en Suriname. Toen in die wereld van 1000 werkloze huisartsen opeens een draaiende huisartspraktijk in Weesp voor overname beschikbaar kwam, was dat voor ons een geschenk uit de hemel.
In de huidige tijd zijn er overal in Nederland juist tekorten aan huisartsen. Mensen die vanuit Weesp verhuizen naar elders merken opeens dat er in hun nieuwe woonplaats niet altijd een huisartspraktijk open staat voor inschrijving van nieuwe patiënten. Alleen in Weesp is er een huisartsoverschot.
De tweede reden: Er was dag en nacht een huisarts paraat in Weesp. Dat leek mij prettig werken. Er was nog geen huisartsenpost. Het was hier gewoon goed geregeld: onderlinge waarneming door Weesper huisartsen. Daarbij was een meewerkende partner als huisartsachterwacht onmisbaar. Zij (het was meestal een vrouw) was in de praktijk en nam de telefoon aan in afwezigheid van de huisarts. In mijn praktijk was er een duidelijke verdeling. In de avonden en overdag in de weekenden nam Betty, mijn partner, de telefoon aan. ’s Nachts was het mijn beurt. Veel inwoners van Weesp, Nigtevecht en Driemond kregen in deze onderlinge waarneming Betty aan de lijn. Heel vaak kreeg zij dan diezelfde vraag: ”Spreek ik met Mevrouw Zelf?” Mijn allerliefste Betty is, tot mijn groot verdriet, onlangs overleden, maar als ik aan “Mevrouw Zelf” denk, krijg ik toch een glimlach!