Eén woord

“Mevrouw?” Ik loop langs de Hoogstraat naar onze auto op de Ossenmarkt. Twee toeristen, een man en een vrouw, stappen naast me van hun fiets. Hoe ik weet dat dit toeristen zijn? Beiden dragen een functioneel windjack en degelijk schoeisel, de man topt deze look af met een niet-afgeritste afritsbroek en de vrouw heeft een routekaart vastgeklemd in een soort standaardje op haar stuur. Volgens mij zie ik ook nog een thermoskan – ongetwijfeld met koffie – vastgeklemd in een bidonhouder op de fiets van de man, maar het kan zijn dat ik dat erbij heb verzonnen.

“Mevrouw?” Vraagt de man nog een keer aan me. Met mijn aardigste waarmee-kan-ik-u-helpen-glimlach kijk ik de man aan.
“Supermarkt?” Het vraagteken is bijna niet te horen, maar de man kijkt me zo verwachtingsvol aan terwijl hij dit woord uitspreekt, dat het waarschijnlijk een vraag is. Met licht opgetrokken wenkbrauwen en nog steeds die dienstbare glimlach blijf ik de man aankijken. Ik verwacht namelijk dat hij zijn zin nog af gaat maken. Dat hij zegt: ‘Supermarkt, dat zoeken we, weet jij de weg?’ of ‘Supermarkt, waar is dat hier in Weesp?’ Maar de man houdt het bij dat ene woord: supermarkt. Inmiddels heb ik nog maar één wenkbrauw opgetrokken. Ik herhaal zijn woord, maar dan met duidelijk vraagteken: “Supermarkt?!” De vrouw kijkt me hoopvol knikkend aan.

“O, u wilt weten waar hier de supermarkt is, dat mag u toch gewoon aan me vragen!” In ietsje overdreven volzinnen leg ik deze fietstoeristen de weg naar de Albert Heijn uit. Met een ‘dankuwel’ stappen ze weer op hun tweewieler. Blijkbaar zijn dit mensen van weinig woorden. Een vraag bestaat wat mij betreft altijd uit meer dan één woord, tenzij je ‘koffie?’ of ‘biertje?’ vraagt. Hoofdschuddend loop ik verder naar de auto.
Op het bankje vlak na de Vechtbrug zit een man. Als ik langsloop spreekt hij me aan.
“Pardon, mag ik u iets vragen?” Ha, een vraagzin in plaats van slechts één woord, dat vrolijkt me op. Enthousiast antwoord ik: “Natuurlijk! Waarmee kan ik u helpen?” Waarop de man reageert met: “Pinautomaat?”