Van de pot gepleurd

Vorige week:

Het kostte Jaap enige moeite om zijn vader uit te leggen waarom hij zo plotseling gestopt was met suppen, in zijn zwembroek naar huis was gefietst en op de deur van het tuinhuis had staan timmeren. Met dat getimmer had hij zich de woede van Herr Günther op de hals gehaald. Ook Guus moest een tirade van Günther aanhoren. Vervolgens trapte hij in Jaaps onzinverhaal dat die Kliko had horen blaffen in het gebouwtje en dat dat de reden was geweest voor het getimmer op de deur.





Van de pot gepleurd

Jaap was een jongen van actie. Zijn vader was nog maar net de tuin uit, of hij had een plan bedacht. Een vrij geniaal plan, vond hij zelf. Als hij er iets langer over nagedacht had, had hij misschien wat bezwaren kunnen bedenken. Maar op dit moment leek het hem de meest briljante manier om Anne te bevrijden. En omdat hij tegelijkertijd ook wist dat zijn vader dit waarschijnlijk helemaal geen goede actie zou vinden, viel er geen tijd te verliezen. Hij hoopte dat Guus even zou blijven kletsen bij de overburen, bij wie ze Kliko die ochtend gebracht hadden. Guus hield wel van een praatje. Als een haas rende Jaap naar binnen, rommelde in een keukenlaatje en griste daarna oude kranten bijeen. Weer in de tuin zocht hij twijgjes bij elkaar achter het tuinhuis. Die begon hij vakkundig op elkaar te stapelen, aangevuld met oude pagina’s Weespernieuws. Tevreden keek hij naar het stapeltje. Wat een geluk dat hij bij de scouting in Muiden al geleerd had hoe je het beste een vuurtje kon stoken. Dat daarbij benadrukt was dat zoiets alleen onder toezicht van een volwassene mocht, vergat Jaap voor het gemak. Een strakke streek met de kop van de lucifer langs het doosje en er ontstond een vlam. Het vuurtje fikte prachtig. Jaap had geen tijd ervan te genieten. Hij moest direct overgaan tot de volgende stap van zijn plan. Hij wierp nog een laatste blik op het vuur om er zeker van te zijn dat hij het ver genoeg van het houten gebouwtje geplaatst had. Daar had Jaap namelijk wel over nagedacht: het tuinhuis mocht uiteraard niet écht in brand vliegen. Anne was immers daar binnen. En Herr Günther trouwens ook. Hij wenste de man allerlei vervelends toe, maar levend verbranden ging Jaap te ver. Een ander ding waarover hij nagedacht had terwijl hij lucifers en oude kranten zocht, was de wind. Het was vrijwel windstil die dag in Weesp. Dat had hij ’s ochtends tijdens het suppen gemerkt. Er was dus geen gevaar dat het vuur over zou waaien naar het houten tuinhuis. Nogmaals: een geniaal plan. Voor de tweede keer die ochtend rende Jaap schreeuwend naar de deur van het gebouwtje en begon er als een razende op te timmeren.

Annes hart maakte een sprongetje van vreugde. Zij lag zich onder het bed stierlijk te vervelen. Dit kabaal moest betekenen dat Jaap een plan had bedacht! Hopelijk een beter plan dan dat van zojuist. Jaap kon regelmatig het bloed onder Annes nagels vandaan halen. Maar op dit moment voelde Anne een warm gevoel van genegenheid voor haar broertje met zijn snottebellen en meestal maar één schoen. Herr Günther, die net een beetje begon te sluimeren, ervoer bepaald geen warm gevoel van genegenheid voor Jaap. Hij deed niet eens moeite zijn hartgrondige vloek te onderdrukken. Jaap hoorde het opgetogen. Als Günther nu maar snel naar de deur kwam! Maar de man nam er blijkbaar de tijd voor. Jaap begon een beetje zenuwachtig te raken. En ja hoor: daar hoorde hij zijn naam. ‘Jaap!’ De wanhoop in zijn vaders kreet moest in de hele wijk doorgedrongen zijn. Met een radeloze blik kwam Guus op Jaap afgesneld. Kon hij die jongen werkelijk geen minuut alleen laten? Hoe was het mogelijk dat Jaap nu alwéér op de deur van het tuinhuis stond te timmeren? Was hij daadwerkelijk gek geworden? Dat was exact dezelfde gedachte die Günther had. Met moeite was hij naar de deur gestrompeld en terwijl hij die opende, schreeuwde hij: ‘Ben jij nou helemaal van de pot gepleurd?’ Jaap besefte dat hij wel heel snel moest zijn, wilde zijn plan nog een kans van slagen hebben. ‘Brand!’ schreeuwde hij.








Volgende week:
Jaap krijgt voor het eerst van zijn leven huisarrest. Zal Anne, die nu op zichzelf aangewezen is, ontdekt worden door Herr Günther?