Jan Feij was de belichaming van een echte Weespermop.
Jan Feij was de belichaming van een echte Weespermop. Foto: WeesperNieuws

Jan Feij kon zich een leven buiten Weesp niet voorstellen

Met het overlijden van Jan Feij verliest onze stad een markante Weesper. Blauwe trui, zwarte muts en scheuren maar op zijn scootmobiel. Hij overleed vrijdag op 95-jarige leeftijd.

WEESP Jan Feij was de belichaming van een echte Weespermop. Hij was de vierde generatie van zijn familie die aan de Nieuwstad woonde en kon veel vertellen over het Weesp van vroeger. Hij heeft zijn hele leven tegenover het kippenbruggetje gewoond. Opgegroeid in de tijd dat paarden en koeien nog over straat gingen, vond Jan het er veel te druk geworden, zo vertelde hij in 2013 aan het WeesperNieuws. Zijn overgrootvader en grootvader hadden op nummer 120 een slagerij en op de plek waar al veertig jaar wooncomplex de Wintertuin staat, stond een stal met koeien.

De scootmobiel waarop Weespers Jan konden uittekenen, had hij sinds een jaar of tien. Hij vond het een uitkomst, omdat hij door ellende met zijn heup niet meer goed kon lopen, maar voor de grotere afstanden pakte hij zolang dat nog ging zijn grote liefde: de auto.

Sleutelen aan auto's

Daarover zei hij destijds tegen de krant: “Sleutelen aan auto’s was een uit de hand gelopen hobby van mij. Ik was er altijd mee in de weer. Op de Wolleweversbuurt had ik mijn garage met een hefbrug en daar zat ik ‘s avonds te sleutelen, soms wel tot middernacht. Uitsluitend Opels: er rijden nu nog door mij gerepareerde auto’s door Weesp.”

Over waar die liefde voor auto’s vandaan kwam: “Vlak na de oorlog was er natuurlijk schaarste aan auto’s. Mijn eerste auto was een Austinnetje uit 1932, gekocht van een boer uit Vreeland. In de oorlog was die helemaal uit elkaar gehaald, zodat de Duitsers hem niet compleet mee konden nemen. Samen met Bertus Hoetmer, monteur bij Geesink, en Toon Bos hebben we hem aan de praat weten te krijgen. Eigenlijk was het een onding, hij gebruikte meer olie dan benzine. Maar ik had er tenminste een, daar was ik al blij mee.”

Werken bij Fokker

Het Weesp van zijn jeugd was volgens Jan Feij ‘een armoedig zooitje'

Ondanks zijn passie voor auto’s ging Jan met vliegtuigen werken. Na de oorlog voltooide hij de HTS Vliegtuigbouwkunde en in 1950 trad hij als technisch beambte in dienst bij vliegtuigfabriek Fokker: “Mooie baan, de laatste jaren heb ik aan de F16 gewerkt. Van tekeningen moest ik onderdelen maken en ik moest ook wel eens naar Amerika. (...) Ik was altijd weer blij als ik weer terug was in Weesp. Ik kan me een leven buiten Weesp niet voorstellen.”

Jan Feij werd in 1925 geboren aan de Nieuwstad, in het huis waar hij ruim negentig jaar later nog zelfstandig woonde: “Ik heb nog een jongere zus”, zo vertelde Jan hier in 2013 over. “En verder heb ik hier mijn hele leven met mijn ouders gewoond. Mijn zus ging uit huis toen ze ging trouwen en kinderen kreeg. Mijn moeder heeft voor mij gezorgd totdat ze dood ging, de laatste tien jaar waren we samen. Daar bewaar ik mooie herinneringen aan. “

Op het Weesp van zijn jeugd blikte hij terug als ‘een armoedig zooitje’: “Voor de oorlog waren er veel Weespers op zoek naar werk. Crisistijd, hè. Toen de oorlogsdreiging in 1939 kwam moesten er veel jongens in dienst en moesten er stellingen en kazematten worden opgetrokken rond Weesp. Niemand was meer werkloos, in een tijd van een paar weken. Een opleving die voor heel Nederland gold.”

Hij herinnerde zich in dat gesprek ook dat er een man aan de deur kwam met een brief van de burgemeester met de boodschap ‘ik moet hier slapen'. "Hij heeft bij ons in de bedstee geslapen. Dat bleek een kapitein uit het leger; veel Weespers hebben toen aan het leger onderdak moeten bieden. Dat was heel gewoon, een opdracht van de burgemeester. Drie weken is hij gebleven. Toevallig was ik in die tijd jarig en kreeg ik van hem als verjaardagscadeau een fietsband. Daar heb ik de hele oorlog plezier van gehad!”

De brand bij Geesink

Jan woonde naast Geesink, de carrosseriefabriek die in 1968 afbrandde. Hij was op dat moment bij Fokker aan het werk: "Mijn collega Chris Smeekes werd door zijn vrouw gebeld: ‘Geesink staat in brand!' Ik heb zijn auto geleend en ben meteen naar huis gegaan. Bij Duivendrecht zag ik de rookwolken al boven Weesp hangen. Ik heb me wel zorgen gemaakt om ons huis. Vanaf het dak waren de brandweermannen van Philips Duphar aan het spuiten. We hebben geluk gehad, we hadden alleen wat water- en rookschade. Mijn moeder is die nacht ergens anders gaan slapen, maar ik ben gebleven. We waren bang dat de brand opnieuw zou beginnen. Het was een grote puinhoop in de straat, heel erg.”

Oud(er) worden, beviel Jan niet zo. Dat had vooral te maken met ouderdomskwalen: "Zolang je gezond bent is het prima, maar als je makke krijgt, vind ik er weinig aan. De kwalen kunnen me gestolen worden. Maar ik laat me niet kisten, haha, totdat ik ooit tussen zes plankjes kom te liggen.” Helaas is dat moment nu aangebroken. Om Jan Feij te eren stonden de wieken van molen De Vriendschap afgelopen weekend in de rouwstand.