Afbeelding
Foto: Brian Elings

Ingekorte brief van een Weespersluise


“Hi Harm. Ik schrijf je deze brief omdat je ananascolumn mij aan het denken heeft gezet. Ik ben een vrouw van tussen de 32-42 jaar en ik woon in Weespersluis. Man, kinderen en niet happy.

Dit zijn mijn mooiste jaren en ik verveel me kapot in dit plastic dorp. Iedereen gedraagt zich zoals het hoort. Overal zie je weke vaders met minderwaardigheidscomplexen. Hoge piepstemmen. Hun vrouwen slikken non-stop antidepressiva … Ik doe zelf ook niet anders. En ik wil dit niet meer. Ik wil een glazen schaal met huissleutels uit een buurt waar echte mannen wonen. En er zelf één uitpakken. Met dat soort types zou ik wel een kroegentocht willen doen. En dan naakt de Vecht mee in willen springen. Om daarna met een handdoek om aan de keukentafel verder te kletsen. Wat houdt mij tegen? Er zijn maar 2 van die mannen hier in Lego-City en hun vrouwen zijn simpelweg fantastisch. Dus ja, maar nee. Verhuizen wil ik niet.

Ik zou het daarom te gek vinden als we hier eens op een mistige dag overal ananassen voor het raam zouden zien staan. Brandende kaars ernaast. Kinderen op school. De suffe mannen naar werk en dan wat spanning en sensatie creëren. Je begrijpt me wel.”

Ik heb de brief hier moeten eindigen. De vrouw maakte aan de telefoon verder een vrolijke indruk. En Weespersluis? Never a dull moment. Al is het daar niet iedereen mee eens.