Afbeelding

Bijgeloof

Ik bemerkte het voor het eerst om 07.45 uur. Dinsdagochtend. Op het Weesper station. Mocht de trein niet missen, want mijn klas wachtte. Mondkap op. Pas in de hand. En opeens, alsof ik werd weggetrokken door een onzichtbare arm, koos ik de meest verre, linker controlepoort. Dit kostte dus meer tijd. De conducteur floot al. Nog net wist ik, duikend tussen de treindeuren door, een klapstoel te bemachtigen. Meteen vroeg ik mijzelf af (hijgend want geen conditie meer): is het weer terug?

Tijdens mijn junior copywriterperiode liet ik niets aan het toeval over. Altijd eerst de linkerschoen veteren. Bij het reclamebureau met de fiets over de stoep en bij binnenkomst de receptioniste goedemorgen toewensen. Dan de koffiemok vullen en samen met teamgenoot ieder vier sigaretten roken. Ramen potdicht. Kleine kamer. Maar dit terzijde.

Het was dus weer terug. Waarom? Omdat ik de dag ervoor een drukke klas op wonderbaarlijke wijze rustig les had gegeven. En juist die ene ochtend liep ik per ongeluk - drukte - door die ene poort.

Misschien was ik onzeker over mijn prille carrière als leraar (2 jaar). En iets zomaar verknallen door één riskante gedachteloze actie... zoiets doe je niet. Daar komt het dus vandaan. Nog niet 100% vertrouwen op kwaliteiten.

Na corona opteer ik trouwens gewoon voor het dichtstbijzijnde toegangshek. Tuurlijk. Eindelijk weer eens rücksichtslos risico nemen. In naam van code Oranje, doe open die poort. Wat er ook gebeurt.