Jan Kooper is muzikant, Stefan Stasse is elke dag te horen op Radio 2. Volgende week op deze plek: tekstschrijfster Stephanie Prinssen.
Jan Kooper is muzikant, Stefan Stasse is elke dag te horen op Radio 2. Volgende week op deze plek: tekstschrijfster Stephanie Prinssen.

IJspret

Jan: “Kooper Communicatie, met Jan.”
Stefan: “Jan, nog gefeliciteerd met je verjaardag zaterdag. Nog op het ijs geweest?”
Jan: “Dankjewel. Ja, wel heel even toen het donker was. Er waaide het hele weekend een soort feestsfeer over de stad. Iedereen liep met snert of bekers met glühwein, chocomelk met iets erin, als er maar iets in zat, anderhalve meter werd wel geprobeerd maar bleef lastig, want iedereen meet natuurlijk anders.”
Stefan: “Ik zag ook carnavalsgeesten door de sneeuw lopen en zelfbenoemde ijsmeesters: ‘Volgens mij kun je hier gewoon over het ijs hoor… wel snel doorlopen!’.”
Jan: “Het was een soort Anton Pieck in lockdowntijd, gemengd met een beetje carnaval, beetje Valentijn, beetje Sluis-en-bruggen, beetje Koningsdag. En vandaag is alles weer teruggesmolten naar het oude nieuwe normaal!”
Stefan: “Ik hou me nu vast aan het volgende hoogtepuntje: die 15 graden boven nul volgende week; de opmaat naar een nieuw seizoen!”
Jan: “En de vaccinaties. Wij zijn verantwoorde risico’s van een zekere leeftijd met een BMI van net iets onder de 40, dus ik gok op mei!”
Stefan: “En dan wordt alles weer normaal. Maar wij hielden toch nooit van normaal, van altijd hetzelfde?”
Jan: “Nee, daar heb jij gelijk in. ‘t Is soms best verwarrend…”
Stefan: “Zo is het. Dan wil ik graag deze column afsluiten met een troostvol citaatje uit het kinderboek De jongen, de mol, de vos en het paard van Charlie Mackesy.”
‘Soms’, zei het paard. ‘Hoezo soms?’, vroeg de jongen.
‘Soms is alleen al opstaan en doorgaan moedig en geweldig.’
‘We hebben nog zo ver te gaan’, zuchtte de jongen.
‘Maar kijk eens hoe ver we al zijn gekomen’, zei het paard.
‘Ik ben zo klein’, zei de mol.”
‘Ja’, zei de jongen,’ maar je maakt een groot verschil.’
Jan: “Dus: hou vol. Whatever will be will be.”
Stefan: “Obladi oblada. Que sera sera. Hou vol!”