Afbeelding
Foto: Gemeente Weesp

Aetsveld is toe aan een nieuw centrum

De wijk Aetsveld bestond vorig jaar veertig jaar. Voor de gemeente Weesp was dat de aanleiding om samen met de bewoners uit te zoeken hoe de wijk ervoor staat en wat er beter kan. Dat heeft geleid tot een kansenkaart, waarop vernieuwing van het centrum en de bouw van ouderenwoningen het meest in het oog springen. 

In de jaren zeventig woedde in Nederland flinke bouwkoorts. Naast de naoorlogsewoningnood moest ook de groei van de bevolking worden opgevangen. In Weesp was dat niet anders en het stadsbestuur richtte zich op de toen nog ongerepte Aetsveldsepolder. In een van de eerste plannen werd uitgegaan van 6400 (!) woningen (Weesp telde er destijds 5400), maar dat stuitte op te veel protest. Het werden er 1.499. In 1978 werd de eerste paal geslagen. Vandaag de dag wonen er in Aetsveld circa 3.400 Weespers. 

Vergrijzing

Uit een enquête blijkt dat de bewoners het fijn wonen vinden in Aetsveld. Dat zal ook de reden zijn waarom een flink deel van de bewoners na veertig jaar nog steeds in de wijk woont. Dit heeft als gevolg dat de bevolkingssamenstelling is veranderd. Er wonen nu relatief veel ouderen in de wijk, die oorspronkelijk gebouwd is voor jonge gezinnen. Dat zorgt ervoor dat bepaalde voorzieningen niet meer zo goed aansluiten.  

Om in kaart te brengen waar de knelpunten en kansen liggen, heeft de gemeente een onderzoek gehouden onder de bewoners. Uit deze enquête wordt duidelijk dat de meeste Aetsvelders hun wijk ervaren als ‘een rustige, kindvriendelijke wijk, vredelievend met belangrijke basisvoorzieningen en dicht bij het centrum van Weesp en het NS station’. Maar, zo schrijft de gemeente in een raadsinformatiebrief, Aetsveld wordt óók gezien als een wijk die zichtbaar veranderd is: vergrijzend, met weinig ouderenvoorzieningen en weinig buurtactiviteiten. Daarnaast wordt de uitstraling van de wijk als wat saai en verouderd ervaren en men vindt dat het onderhoud van de openbare ruimte en het groen beter kan. 

Fijne wijk, maar ook wel wat saai en verouderd

Meer diversiteit

De gemeente heeft ook de professionals van Aetsveld om hun mening gevraagd over thema’s als diversiteit, ontmoeting, ouderen, jongeren, voorzieningen en openbare ruimte. Zij menen dat Aetsveld een wijk is waar meer diversiteit nodig is in woningen en bewoners, een wijk die meer beleidsaandacht en onderhoud van de openbare ruimte nodig heeft en zich moet voorbereiden op voorzieningen voor ouderen, waarbij de andere groepen zoals jonge gezinnen en jongeren, niet vergeten moeten worden. 

Deze input heeft de gemeente gebruikt om een kansenkaart op te stellen. Hierin worden de ambities, kansen en mogelijkheden voor de wijk Aetsveld ruimtelijk vertaald. Vervolgens zijn er opgaven geformuleerd, onderverdeeld in Hart van Aetsveld, Groene Randen en Routing:

Hart van Aetsveld
Opgave: De buurtidentiteit en ruimtelijke samenhang versterken. Voorgesteld wordt onder meer: vernieuwing van het centrum met onder meer een nieuwe (brede) school dat samen met het winkelcentrum een herkenbaar hart van de buurt moet worden, nieuwe woningen voor ouderen en een eenduidige en veilige (fiets)route naar  het centrum en het station.

Groene randen
Opgave: Mooie plekken creëren die uitnodigen om te gebruiken en te verblijven. Voorgesteld wordt om de groene randen van Aetsveld meer te laten zijn dan ‘kijkgroen’. Er moeten buiten meer plekken komen om te ontmoeten, spelen en sporten. Daarnaast is er het idee om de ecologische waarde van het groen versterken, bijvoorbeeld door het inrichten van ecologische oevers en bloemrijke bermen.

Routing
Opgave: Zorg voor een sociaal veilige openbare ruimte. Voorgesteld wordt de routes door de buurt veiliger en beter herkenbaar te maken met eenheid in materialen, goede verlichting en bewegwijzering. Onveilige plekken moeten worden aangepakt met betere verlichting en meer overzicht. De fietserstunnel wordt hierin specifiek genoemd.

De kansenkaart met alle kansen, opgaven en voorstellen is middels een raadsinformatiebrief aangeboden aan de gemeenteraad. Uiteindelijk beslissen het college en de raad wat daadwerkelijk in uitvoering wordt omgezet en op welke manier.