Afbeelding
Foto: Brian Elings

80 ei is een paasei

Verplaats je in een 3-jarige. Je speelt de godganse dag in de Weespersluisspeeltuin (olifant, zand, nat gras, gevaarlijke wipkip).

En dan opeens op een zondagmorgen word je met een leeg mandje de voordeur uitgeduwd met de boodschap: “Kind, geloof het of niet maar Paashaas heeft overal paaseieren in de speeltuin gestrooid. Pak er zo veel mogelijk want wij willen er ook wat bij de koffie." Buiten ontwaar je tientallen andere leeftijdsgenoten. Met diezelfde verbaasde blik. Ondanks dat je over de eieren struikelt, heb je er nog geen opgemerkt. Dan schreeuwt iemand 1, 2, 3! en begint iedereen te rennen. Je wordt weggeduwd. Je vader moedigt je tussen het graaigeweld aan (‘HIER Annejetje, HIER’). Je eerste ei pak je voorzichtig op en stop je in je roze mandje. Eieren hoger dan 40 cm zie je niet.

Dan volgt het paniekmoment: ‘Wat?!! Nergens eieren meer!’ Je kijkt in je mandje. Maar 80 eitjes…. Je ziet grotere kinderen vliegensvlug hun zakken vullen vanuit bomen, prullenmanden, en meer plekken waar je niet bij kan. Radeloos grijp je in je mand en prop je 4 eitjes in je mond. Meteen hoor je hoongelach. Ouders. ‘Hahaha, die kleine daar vreet meteen alles op!’ Verdrietig zoek je je vader. Hij staat zoals altijd bij die blonde moeder verderop stoer te praten. Eenzaam loop je naar huis. Waar je grotere broer al zijn eieren op tafel aan het tellen is en zegt dat je moet ophoepelen.

Pasen. De wederopstanding van die duivelse Paashaas.