Afbeelding
Foto: Gemeente Weesp

20 jaar homohuwelijk

In 2001 werd Nederland het eerste land ter wereld waar het huwelijk werd opengesteld voor personen van hetzelfde geslacht. Op 1 april - precies 20 jaar geleden dus - vonden in de Stopera de eerste huwelijken plaats die door deze wet mogelijk werden. 

Op 12 september 2000 werd het wetsvoorstel al aangenomen door de Tweede Kamer. Drie maanden later werd het ook door een meerderheid van de Eerste Kamer aangenomen. Alleen het CDA, RPF/GPV (nu ChristenUnie) en SGP stemden toen tegen. Eerder, in 1998, werd het geregistreerd partnerschap al ingevoerd in Nederland.

Wat cijfers: sinds 2001 werden er in in Nederland ruim 20 duizend huwelijken afgesloten tussen mensen van hetzelfde geslacht. Meer dan duizend van hen trouwden in 2001, een flink deel zal dus dit jaar een porseleinen huwelijk kunnen vieren. Dat blijkt uit (voorlopige) cijfers van het CBS. De meeste van de stellen wonen in stedelijk gebied, het grootste deel in Amsterdam. In Weesp wonen naar verhouding ook veel van de paren: hier zijn 19,1 per duizend gehuwden van gelijk geslacht.

Deze week wordt het jubileum van het homohuwelijk - bij het gebrek aan een betere en herkenbare term - in buurgemeente Amsterdam groots gevierd. Er kan onder andere een regenboogwandeling gemaakt worden langs twintig plekken die belangrijk waren in de strijd voor acceptatie en gelijke rechten voor de LHBT+-gemeenschap. In Weesp wordt de regenboogvlag uitgehangen voor de gelegenheid.

Er zijn echter ook groepen die niet staan te springen om het jubileum te vieren. In de afgelopen week kwam naar buiten dat een gereformeerde school in Gorinchem leerlingen dwong om hun geaardheid aan hun ouders ‘op te biechten’. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen dit jaar had de SGP - wederom - in hun verkiezingsprogramma opgenomen dat ze tegen gelijke huwelijksrechten zijn. Zij willen de wet weer ongedaan maken.

WeesperNieuws sprak met LHBT+’ers uit de omgeving wat het voor hen betekent om voor de wet te kunnen trouwen met de persoon waar zij van houden, ongeacht het geslacht van die persoon. Esmeralda Terweij is getrouwd en ging een geregistreerd partnerschap aan met haar toenmalige partner vlak voor de openstelling van het huwelijk. Desiree Homan vierde dit jaar haar twintigste verjaardag en kan zich niet voorstellen dat er een tijd was waar homostellen niet konden trouwen. Rindert Kromhout is blij dat iedereen kan trouwen, maar zelf is hij dat nooit van plan geweest. En Astrid Schols was, samen met haar vrouw, één van de eerste vrouwenstellen die elkaar in Weesp het ja-woord gaven.

Esmeralda Terweij

Is getrouwd en heeft een zoon uit een vorig huwelijk. In 2000, net voor het openstellen van het huwelijk, ging zij al een geregistreerd partnerschap aan met haar toenmalige partner.

“Ik ben altijd open geweest over mijn geaardheid. Vanaf mijn zestiende al, nu ben ik 46. Een jaar voor het homohuwelijk was ik al een geregistreerd partnerschap aangegaan met mijn ex. Dat hebben we uiteindelijk nooit omgezet omdat de gemeente ons toen uitlegde dat de huwelijksdatum dan de nieuwe datum zou worden. De oude datum van het geregistreerd partnerschap zou dus niet worden overgenomen. Dat vind ik wel heel raar. Maar het was wel echt een feestje, dat ook ik officieel mocht trouwen.

In mijn omgeving vond iedereen het de normaalste zaak van de wereld dat homostellen ook konden trouwen. Ik ben gelukkig in een heel fijn gezin opgegroeid. Maar op televisie zag je wel echt een verdeeldheid. Demonstraties, zowel voor als tegen. Bij het homomonument kwamen mensen samen om voor het homohuwelijk te strijden, dat vond ik wel heel stoer. Dat al die mensen daar echt voor die gelijke rechten op de barricade gingen.

‘Ik had nooit stilgestaan bij het feit dat ik niet kon trouwen’

Ik moet wel toegeven dat ik daarvoor nooit heel erg stil had gestaan bij het feit dat ik niet kon trouwen. Ik was begin twintig, had geen vaste relatie. Dus op dat moment was dat niet iets waar ik mee bezig was. Op het moment dat het geregistreerd partnerschap mogelijk was, had ik inmiddels wel een langere relatie. Dat het geregistreerd partnerschap mogelijk werd vond ik al heel mooi. Ook omdat we beide heel graag kinderen wilden. Dat zou veel beter geregeld zijn voor de wet als je getrouwd bent. Tenminste, dat dacht ik. Mijn zoon is in 2007 geboren, en toen was ik nog geen meemoeder. Ik kon mijn zoon adopteren, en daar hield het dan mee op. Ik was niet al automatisch ook zijn moeder, dat kwam veel later pas.

Ik vind het gewoon heel fijn dat ik mijn vrouw ‘mijn vrouw’ kan noemen. Niet vriendin. Al gebruik ik die woorden niet altijd. Dat is wel gek eigenlijk. Terwijl ik wel heel open ben, zeg ik vaak nog steeds ‘partner’ in plaats van ‘mijn vrouw’. Dat is toch omdat mensen anders naar je gaan kijken.

Om mij heen zie ik mensen die zich naar buiten toe anders gedragen dan dat ze daadwerkelijk zijn. Ze nemen een andere houding aan. Bijvoorbeeld een vriend van ons, naar de buitenwereld gedroeg hij zich veel stoerder. Hij probeerde meer in zijn omgeving te passen.

Je kunt niet overal hand in hand lopen. Ik ben gelukkig al heel lang niet meer nageroepen. Maar er zijn toch wel die blikken. En het gevoel dat je krijgt, een naar gevoel. Tijdens Pride in Amsterdam is het anders, dan durf ik mijn vrouw best een kus te geven. Maar hier op straat doe ik dat toch wel minder snel. Dan geef je elkaar niet zomaar spontaan een zoen.

We zijn er nog lang niet. Ik denk dat we altijd moeten blijven strijden. Er zijn nog altijd heel veel mensen die nog steeds tegen ‘ons’ zijn. Gelukkig is het nu bij wet allemaal goed geregeld. Maar ja, bij de afgelopen verkiezingen had de SGP ook weer in het programma dat het homohuwelijk moet worden afgeschaft. Kom op zeg, het is 2021.”

Desiree Homan

Is 20 jaar oud, en heeft dus nooit meegemaakt dat koppels van gelijk geslacht niet met elkaar mochten trouwen in Nederland. Heeft sinds een jaar en drie maanden een relatie.

“Toen ik zeventien was kwam ik uit de kast, om het zo maar even te zeggen. Dat is dus nog niet zo heel lang geleden. Ik kende niet heel veel mensen in mijn omgeving die ook LHBT+ zijn, dus het was allemaal best spannend en nieuw. Ik was daardoor ook niet zo bekend met onderwerpen als het homohuwelijk. Ik ben me daar meer in gaan verdiepen, en het is eigenlijk gewoon bizar dat het in veel landen nog illegaal is. Dat het in Nederland pas in 2001 kon en dat wij het eerste land waren is eigenlijk ook wel raar.

‘Het mag best gevierd worden dat het homohuwelijk 20 jaar bestaat in Nederland’

Aan de andere kant begrijp ik het ook wel. Zelfs nu, twintig jaar later, merk ik dat er nog best veel haat is. Binnen mijn generatie zie ik dat het steeds normaler is om niet helemaal in een ‘hetero hokje’ te vallen. Maar bij de oudere generatie lijkt het nog wat zwaarder te vallen. Ze doen dan heel leuk in je gezicht, maar hoor je achteraf allemaal stomme verhalen. Ik werk in de horeca, en het gebeurt wel eens dat ze voorbij lopen wanneer ze zien dat ik werk. Als ik met mijn vriendin hand in hand over straat loop, worden we wel eens nageroepen. In dat opzicht denk ik dat het wel anders is als je als vrouw samen bent met een vrouw. Als je als man samen bent met een man dan wordt daar agressiever op gereageerd. Twee vrouwen samen wordt juist veel meer geseksualiseerd.

Je kiest er niet voor op wie je verliefd wordt. Het betekent heel veel voor me dat ik later gewoon zou kunnen trouwen met de persoon waar ik van houd. Ik vind dat het best gevierd mag worden dat het homohuwelijk 20 jaar bestaat in Nederland. Op zoveel andere plekken is dat niet mogelijk. Als ik met mijn vriendin op vakantie wil, dan moeten we zelfs eerst opzoeken of ik überhaupt haar hand daar wel kan vasthouden. Het is wel dubbel. Aan de ene kant zou het heel normaal moeten zijn dat je kan trouwen met de persoon van wie je houdt. Aan de andere kant, het mag dus echt wel gevierd worden dat wij in Nederland als eersten het huwelijk open hebben gesteld.”

Rindert Kromhout

Woont al 25 jaar samen met zijn partner. Is niet van plan om ooit te trouwen.

“Voor mij persoonlijk betekende het homohuwelijk niets, want ik heb mij daar nooit mee bezig gehouden. Ik heb nooit gedacht: ‘Ik zou wel willen trouwen, maar het kan niet’. Dus persoonlijk maakte het geen verschil. Maar ik vind het wel belangrijk dat de optie er is voor anderen die de wens wel hebben, en die voorheen niet mochten trouwen. Als twee mensen die veel van elkaar houden - of dat nou een man en een vrouw is, of twee vrouwen, of twee mannen - willen trouwen, dan moeten ze die mogelijkheid hebben. Dus in die zin was het homohuwelijk een hele stap vooruit.

Iedereen moet het zelf weten, of hij of zij wil trouwen. Ik weet niet meer wie, maar iemand zei ooit: ‘Jouw vrijheid eindigt waar die van een ander begint’. Dat vind ik een hele mooie uitspraak. Je moet je gewoon helemaal niet met de levens van anderen bemoeien. En iedereen moet alle vrijheid hebben om te doen wat ze willen.

‘Iedereen moet het zelf weten, of hij of zij wil trouwen’

Er is nog steeds werk aan de winkel. Er is nog steeds veel geweld tegen homo’s op straat en er wordt nog in kerken geroepen dat homoseksualiteit een ziekte is. Ik heb eerder het gevoel dat er stappen achteruit worden gedaan, dan stappen vooruit. Ook wat betreft de vrijheid van meningsuiting; iedereen is veel voorzichtiger geworden in het zeggen wat ze vinden. Wanneer homo’s voorzichtiger worden om zichzelf te zijn op straat door alles wat er gebeurt, dan is dat een verkeerde ontwikkeling.

Ik ben gewoon mijzelf op straat. Ik heb nooit de behoefte gehad om hand in hand met een man te lopen. Niet omdat ik het niet durf, maar omdat ik daar geen behoefte aan heb. Gelukkig heb ik zelf ook nooit negatieve ervaringen gehad. Ik heb altijd gewoon mijn ding gedaan. Eigenlijk ben ik een hele saaie man om te interviewen over dit onderwerp. Ik woon al 25 jaar samen en we hebben het gezellig en prettig samen - daar heb ik geen papiertje bij nodig.”

Astrid Schols

Is oprichter van Pink Weesp. Is al dertig jaar gelukkig samen met haar vrouw. Als één van de eersten gaven zij elkaar het ja-woord in Weesp.

“In oktober 1998 hebben we in gemeente Weesp een geregistreerd partnerschap getekend. Een huwelijk tussen twee vrouwen bestond toen nog niet. Aangezien een geregistreerd partnerschap dezelfde rechten en plichten heeft als een huwelijk vonden wij het niet nodig om alsnog te gaan trouwen.

‘Ik moest uitleggen dat wij de twee gelukkige vrouwen waren die wilden registreren’

Wij waren één van de eerste vrouwenstellen die elkaar het ja-woord gaven in het mooie stadhuis van Weesp. Daar stonden wij met onze vrienden te wachten in de hal op de ambtenaar die ons zou komen ophalen. Omdat het zo lang duurde, vroeg ik wat er aan de hand was. Het antwoord was: ‘Ja, wij snappen ook niet waar het gelukkige paar blijft”. Toen ik hem uitlegde dat wij de twee gelukkige vrouwen waren die wilden registreren, schrok de arme man, maar werd het ook voor hem duidelijk dat we nog een lange weg te gaan hebben.

Er vond wel een verandering plaats, hoewel het vaak gaat om een schijn acceptatie: ‘zolang ze maar niet aan mij komen’. Verschil zie ik ook in welk deel van Nederland men woont, de stad of het platteland. Geloof kan ook een belangrijke rol spelen bij acceptatie voor jezelf en anderen.

In Nederland is nog veel te doen op het gebied van acceptatie. Voorlichting op scholen, open religieus vlak, mensen uit culturen waar homoseksualiteit niet geaccepteerd is. Op dit moment vind ik dat we enerzijds de goede kant opgaan qua acceptatie omtrent homoseksualiteit, maar anderzijds is er een duidelijke onverschilligheid waarneembaar. Een ‘ieder voor zich en God voor ons allen’ mentaliteit. Als er weer eens iemand slachtoffer wordt van fysieke of mentale mishandeling vanwege zijn geaardheid dan wordt daar in het algemeen weinig aandacht aan besteed. Dit vind ik een verontrustende ontwikkeling.”

Lees ook‘Na veel gehakkel zei mijn moeder het zelf maar: Jij bent lesbisch’