Afbeelding
Foto: Foto's: © Bob Awick

Brandweerman Ben

Ben Derriks (64) leerde de liefde van zijn leven kennen in Flat 113, trouwde vervolgens met zijn Weesper mop in het Weesper stadhuis, zat lange tijd bij de vrijwillige brandweer van Weesp en werkte 16 jaar lang bij gemeente Weesp. Kortom, voor een Bussumer is zijn leven wel heel erg Weesps. 

Ben Derriks is al 42 jaar gelukkig getrouwd met zijn vijftien dagen jongere vrouw Marga. “Marga is een echte Weespse”, vertelt hij. Zelf is hij geboren in Amsterdam, maar opgegroeid in Diemen. Als 2-jarige peuter kwam hij daar met zijn ouders wonen. “Ik heb er mijn jeugd doorgebracht.” Ben heeft vier broers en twee zussen, vader was accountant en moeder zorgde traditioneel voor het gezin. 

Ben en Marga leerden elkaar kennen in Weesp, bij dancing Flat 113. Op 8 juni 1978 stappen ze in het vestingstadje, waar ze ook gaan wonen, in het huwelijksbootje. Spijt? “Nooit. Marga is echt de liefste vrouw die ik heb ontmoet. Ik draag haar op handen. Ze werkt tegenwoordig als wijkzuster in de flexpool van Vivium.”

(Tekst loopt verder onder de foto)


© Bob Awick

’Ik ben hovenier geworden’, zegt hij met een grijns op z’n gezicht

Op zijn twaalfde helpt Ben stiekem melkboer Henk de Boer. “Hij was een soort peetvader voor mij.” De Boer zit bij de vrijwillige brandweer Diemen en Ben krijgt interesse voor de hulpdienst. “Ook had ik een oom bij de brandweer in Amsterdam. Daar had ik echt respect voor.” Toch gaat Ben qua studie een hele andere richting op. “Ik ben hovenier geworden”, zegt hij met een grijns op z’n gezicht. “Dat vond ik vreselijk leuk.” Na de lagere tuinbouwschool gaat hij - als 16-jarige (”ik was een vroege leerling”) in Naarden naar de School voor Bloemsierkunst en Architectuur. “Het was een zware opleiding”, herinnert de Bussumer zich. “Een dag naar school en vier dagen werken in Amsterdam.” Met zijn diploma op zak doet hij werkervaring op door te ‘fladderen’. “Totdat ik op een gegeven moment - in 1980 - gevraagd werd om bij de gemeente Weesp te komen werken.” Zestien jaar lang was hij een bekend gezicht binnen en buiten het gemeentehuis, want: “Later werd ik op het gemeentehuis hoofd Post- en archiefzaken. Tegelijkertijd was ik de secretaris van de wethouders. Het was een leuke tijd.”


© Bob Awick

Maar wanneer kwam de brandweer serieus in beeld? Dat gebeurde toen hij als 24-jarige samen met Marga boven de brandweerkazerne in Weesp ging wonen. “Ik werd aan de ondercommandant voorgesteld als ‘tuinman’, maar omdat ik bij de gemeente werkte, kreeg ik ook direct een pieper in m’n handen gedrukt. Als vrijwilliger rolde ik de slangen uit”, verhaalt Ben verder. “Als de gesmeerde bliksem ben ik toen alle papieren voor de opleidingen - van brandwacht tot brandmeester - gaan halen.” Hij beleefde een machtige tijd in Weesp. “Maar ik was wel altijd als eerste bij de narigheid.” Rond 86/87 van de vorige eeuw maakte Ben in een week tijd drie heftige uitrukken mee: een grote brand, een zelfmoord en een groot ongeluk waarbij drie jonge jongens om het leven kwamen. “Dat was heftig. Brandweermensen zijn ook gewoon mensen hè... Daar moet je over praten. Ik had geluk dat ik terecht was gekomen in ‘groep 4’; allemaal fijne collega’s, maar ik dacht wel: nu ruk ik eventjes niet meer uit. Toch is die periode in Weesp wel de leukste geweest”, zegt hij nu. Tegenwoordig staat er een begeleidingsteam klaar om brandweermensen die trieste gebeurtenissen hebben meegemaakt te helpen. “Als je iets vele malen vertelt, kun je de heftige ervaring overboord gooien”, meent de Bussumer. 

‘Twee kransslagaders zaten dicht en ik ben vijfmaal gedotterd. We moeten snel zijn’ hoorde ik de artsen zeggen’

Medio jaren 90 wordt Ben gevraagd het korps in Bussum te komen versterken. Na het volgen van de officiële brandweeropleiding wordt hij beroeps. Jarenlang maakt hij deel uit van de staf. Zijn laatste uitruk is vier jaar geleden. Die dag kan hij zich nog helder voor de geest halen. Een hulpverlening op de zevende etage van Huize Patria wordt hem bijna fataal. “Ik liep met zware bepakking de trappen op. Eenmaal boven kreeg ik het benauwd en voelde ik steken rond m’n hart. De volgende dag ben ik naar de huisarts gegaan en die heeft direct een ziekenwagen gebeld. Tien minuten later lag ik in Tergooi Blaricum. Twee kransslagaders zaten dicht en ik ben vijfmaal gedotterd. ‘We moeten snel zijn’, hoorde ik de artsen zeggen. Toen één kransslagader weer open was, zeiden ze: ‘De druk is ervan af’.” Inmiddels is zijn gezondheid dik in orde, alhoewel hij wel erfelijk belast is met diabetes. 

(Tekst loopt verder onder de foto)


© Bob Awick

Tegenwoordig geeft hij voorlichting over brandveiligheid op scholen en (buurt)verenigingen, is hij Brandweerman Ben als hij wordt uitgenodigd door de bibliotheek om kinderen over het brandweervak te vertellen, leidt hij jonge, aspirant-brandweermensen op, en is hij op de kazerne de rechterhand van wijlen tv-sint Bram van der Vlugt. Ook informeert hij de pers bij calamiteiten. En voor het brandweereindejaarsevent ‘On(e) Fire’ zorgt hij voor een ‘The Masked Singer’-actie, waarbij hij in de huid van een druïde kroop. Tijdens de voorbereidingen heeft hij grote schik. “Ik heb een geweldig leven; ik haal eruit wat erin zit.”

‘Je moet wel heel erg gek van de brandweer zijn om je bij het korps aan te sluiten’

Tegen mensen die ook bij de vrijwillige brandweer willen, zegt hij: “Doen! Zij zijn altijd nodig, maar je moet wel heel erg gek van de brandweer zijn om je bij het korps aan te sluiten”, zegt Ben. “Je hebt tegenwoordig veel meer verplichtingen. Om in goede conditie te blijven, moet je wekelijks oefenen, je hebt piket en je moet komen bij een alarm. En dat allemaal naast je baan. Er staat wel een vergoeding tegenover, maar daar kun je geen huis van kopen.” En dit bedoelt Ben overigens helemaal niet negatief, want de Bussumer is een hulpverlener in hart en nieren. Heb je pech onderweg? Dan mag je hopen dat Derriks voorbijrijdt: hij helpt je gegarandeerd. “Sommige mensen zeggen dat ik té sociaal ben. Is dat verkeerd?”, besluit hij.