Foto ter illustratie: Pixabay
Foto ter illustratie: Pixabay Foto:

Oud(er) worden is niet erg

Zelf werkt ze al zo lang in de ouderenzorg dat ze wel beter weet, maar Cato van Burgh kan zich voorstellen dat verhuizen naar een woonzorgcentrum voor veel mensen een schrikbeeld is. De laatste halte, zeg maar. Maar achter de deuren van zo’n centrum bevindt zich juist een heel levendige wereld, zo is haar ervaring.

Cato van Burgh (een pseudoniem) neemt met haar nieuwe verhalenbundel Tot honderd tellen afscheid van de bewoners van Het Lathuis. De maatschappelijk werker verruilt deze zomer het woonzorgcentrum waar ze al bijna tien jaar werkt voor een ziekenhuis. 

Inkijkje

Het Lathuis is een fictieve naam én de titel van haar eerste bundel, die in 2019 verscheen. Cato verwijst hiermee naar ‘living-apart-together’, want in een woonzorgcentrum (de hedendaagse benaming voor bejaardenhuis) woon je als oudere samen-apart. In Het Lathuis stonden vijftien verhalen, een mix van fictie en waargebeurd, die een verrassend inkijkje gaven in het wel en wee van ouderen in een zorgcentrum. Met Tot honderd tellen geeft ze haar lezers er maar liefst vijfentwintig nieuwe verhalen bij, vol mooie of verdrietige herinneringen, verlangens, levensvragen en problemen. Alle bewoners zijn immers met een reden in het woonzorgcentrum terecht gekomen en allen brengen zij een rugzak vol ervaringen mee. 

De Weespse heeft door de jaren heen notitieboekjes vol anekdotes verzameld

De Weespse heeft in de loop der jaren notitieboekjes vol observaties en anekdotes verzameld. Ze haast zich te zeggen: “Het is niet zo dat ik tijdens mijn gesprekken als maatschappelijk werker in mijn hoofd ook met deze verhalenbundels bezig was. Natuurlijk flitste het soms bij het horen van iets opvallends wel door mijn gedachten, maar mijn focus lag altijd bij de mensen waar ik op dat moment als zorgprofessional mee bezig was.” 

Zonnige kant

Al ruim 25 jaar werkt Cato als maatschappelijk werker in de gezondheidszorg. Het schrijven is een hobby. Na een schrijfcursus bij Eva en Renee Kelder besloot ze een poging bij een uitgever te wagen. Tot haar verrassing kreeg ze al heel snel een positief antwoord. Haar Lathuis-bundels zijn een feest van herkenning voor zorgpersoneel, zo hoort ze regelmatig terug, maar ze hoopt ook dat andere lezers er hun voordeel mee kunnen doen: “Ik heb er destijds bewust voor gekozen om met ouderen te werken, maar veel mensen hebben moeite met ouderen en ouder worden. Met mijn verhalen wil ik laten zien dat er ook van de herfst van je leven iets moois te maken valt. Natuurlijk kom ik in mijn werk ook schrijnende situaties tegen, maar er gebeuren in een zorgcentrum heel veel ontroerende, mooie en humoristische dingen. Die zonnige kant wilde ik belichten, vanuit mijn rol als verwonderde toeschouwer. Deze bundels heb ik niet geschreven als hulpverlener, de zware kost komt al genoeg aan bod in mijn werkrapporten”. 

Van de flaptekst: 
Hoera! Nog meer verhalen uit Het LAThuis! Treed binnen in de leefwereld van ouderen in een woonzorgcentrum, waar het allerminst saai is. Laat u verrassen, plezieren en ontroeren. De grotendeels waargebeurde verhalen zijn opgetekend door de maatschappelijk werker Cato. Ze laat zien dat iedere oudere uniek is en dat ook zij (levens)vragen, problemen én verlangens hebben.

Pseudoniem

Dat ze haar verhalen onder een pseudoniem schrijft, is om de privacy van haar cliënten te beschermen. Niet dat de cliënten of hun families zichzelf snel zouden herkennen, want de meeste verhalen zijn ontstaan uit een mengsel van wat ze zelf heeft gehoord of gezien en voorvallen die ze van collega’s te horen krijgt of in de kantine opvangt. Hierdoor kunnen meerdere bewoners en gebeurtenissen zijn versmolten in één personage en/of één verhaal, vaak ook nog aangevuld met een portie fictie. “Daarbij zijn de meeste mensen waarover ik schrijf inmiddels overleden. Dat is wel een nadeel van werken met oudere mensen, dat je veel afscheid moet nemen. Ik ben sowieso niet zo goed in afscheid nemen, dat merk ik ook nu ik mijn werk hier aan het afronden ben omdat ik weer in het ziekenhuis ga werken”. 

Tot honderd tellen is vanaf maandag 7 juni te koop bij Uitgeverij Schrijverspunt en via de (online) boekwinkels. In Weesp zal het boek binnenkort te koop zijn bij boekhandel PeZZi PaZZI in de Slijkstraat.