Afbeelding

'Een lastig stuk geschiedenis'

Wat begon bij een zoektocht naar meer informatie over haar voorvader uit Weesp, eindigde met een omvangrijke kennis over de historie van Afrikaanse kinderbedienden. De stem van Annemieke van der Vegt is te horen in de nieuwe tentoonstelling van het Rijksmuseum over slavernij, waar zij het verhaal vertelt van Paulus. 

Op 18 mei werd de tentoonstelling officieel geopend door de Koning, vanaf dit weekend is het ook voor het grote publiek ‘live’ te zien bij het museum. Het is de allereerste grote nationale tentoonstelling over de slavernij in Nederland. Aan de hand van objecten worden tien persoonlijke verhalen verteld over mensen die in slavernij leefden, over slavenhouders, over mensen die zich verzetten en over mensen die in slavernij naar Nederland zijn gehaald. 

‘Paulus was als kind naar Nederland gehaald om als bediende te werken’

Paulus

Een van die verhalen is het verhaal van Paulus. Zijn verhaal wordt dus verteld door Annemieke. Onder andere door de tentoonstelling over slavernij in Museum Weesp is zij betrokken geraakt bij de tentoonstelling van het Rijksmuseum. “Toen de tentoonstelling Uit de Schaduw in Weesp was, kreeg ik vanuit het Rijksmuseum het verzoek om rondleiding te geven aan het team dat net was samengesteld voor hun tentoonstelling,” vertelt Annemieke van der Vegt. “Toen zijn er een aantal afgevaardigden naar Weesp gekomen en hebben hier de middag doorgebracht. Zo ben ik betrokken geraakt bij het team dat de tentoonstelling samen heeft gesteld.”

Toen ze in het archief van Den Haag dook, kwam ze Paulus tegen. “Ik was daar eigenlijk naar iets anders op zoek, maar de archivaris had een map voor mij met allemaal beschrijvingen van archiefstukken waar mensen met een Afrikaanse of Aziatische achtergrond in genoemd worden. Een van hen was Paulus, zo heb ik hem ‘ontmoet’.”

“Ik ben onderzoek gaan doen naar Paulus. Paulus is als kind naar Nederland gebracht en bediende was voor Maurits Lodewijk van Nassau-Lalecq. Ik kwam een schilderij tegen waar Maurits Lodewijk op stond afgebeeld met een donkere jongen naast hem in het archief van het Rijksmuseum. Ik ben naar het depot gegaan samen met Valita Smeulders van het museum om het schilderij te bekijken. Die was beschadigd, maar dat heeft het Rijksmuseum toen helemaal laten restaureren. Vervolgens heb ik voor het museum verder onderzoek gedaan naar Paulus.”

Halsband

Uiteindelijk werd het verhaal van Paulus uitgekozen als een van de tien verhalen die bij de tentoonstelling verteld wordt. Naast het schilderij dat in het archief was gevonden is er ook een ander opvallend object te zien als deel van het verhaal van Paulus: een halsband van messing. “Bij een bezoek aan het museum vroeg ik aan een van de teamleden die betrokken is bij de tentoonstelling of ze geen halsbanden in de collectie van het museum hadden. Toen vertelde Evelien Sint Nicolaas dat ze alleen hondenbanden hadden. Ik vroeg of ze dat zeker wist. Daar zijn we toen dus ook verder onderzoek naar gaan doen.”

Op één van de halsbanden stond het wapen van Anna Isabella van Beieren Schagen, echtgenote van Maurits Lodewijk Nassau-Lalecq, de familie waar Paulus dus voor diende. Er werd ontdekt dat de band wellicht door een zwarte bediende was gedragen in een Nederlands huishouden. Op schilderijen uit Europa uit die tijd waar Afrikaanse bedienden zijn afgebeeld, hebben velen een band om hun hals.

Nooit helemaal vrij

Het verhaal van Paulus voordat hij naar Nederland kwam, is onbekend, net als zijn echte naam. “We weten dat hij in het huishouden van Maurits Lodewijk Nassau-Lalecq heeft gediend. Hij is katholiek gedoopt en kreeg toen de naam Paulus. Hij is getrouwd, heeft kinderen gekregen, en was op een gegeven moment paukenist bij het regiment van stadhouder Willem III. Een belangrijke functie, want de paukenisten geven het ritme aan waarin er gelopen wordt. Waarschijnlijk droeg hij echter nog steeds een halsband. Er hangt een schilderij met een paukenist, die nog steeds een band om zijn nek heeft.”


Halsband van messing, 1689 Deze band werd aanvankelijk gecategoriseerd als hondenband, maar is mogelijk door een mens gedragen. Foto: Rijksmuseum

Het is het persoonlijke, waargebeurde verhaal van Paulus, maar tegelijkertijd staat het ook symbool voor de verhalen van vele andere Afrikaanse kinderen die naar Nederland gehaald werden om notabelen te dienen. Tot nu toe heeft Annemieke in haar zoektocht al meer dan honderd van deze kinderen gevonden. Die zoektocht begon met onderzoek naar één specifiek persoon: Christiaan van der Vegt. 

Christiaan

Annemieke kwam de naam Christiaan van der Vegt tegen toen ze haar naam zocht in een zoekmachine. Daar kwam ze een stukje tekst tegen over Christiaan wat haar opviel. Het bevatte de volgende zinnen: 

Christiaan van der Vegt was de voormalige slaaf van de Weesper burgemeester Abraham D’Arrest sr., die op zo’n goede voet bij de stadhouder prins Willem V stond dat deze regelmatig bij D’Arrest thuis dineerde. Daar heeft hij ook deze slaaf ontmoet.

“Zo is mijn zoektocht eigenlijk begonnen,” vertelt Annemieke. “Er zijn een aantal dingen die achteraf niet bleken te kloppen, maar zo ben ik wel op het spoor gezet. Ik ben de geboorteaktes van mijn opa en overgrootvader gaan onderzoeken. Ik kwam uit bij Christiaan en ontdekte dat ik een nazaat van hem ben. Toen heb ik er een tijd niets mee gedaan. Tot het in 2013 de viering was van 150 jaar afschaffing van de slavernij. Keti Koti werd gevierd in het Oosterpark en toen vroeg ik mij af: kan ik daarnaartoe? Vertegenwoordig ik Christiaan daar, en is dat terecht? Ik vond dat ik eerst meer onderzoek naar hem moest doen voordat ik dat recht had.”

‘Wie ben jij nog als jouw naam, jouw cultuur, jouw taal en jouw familie je ontnomen worden?’

Echte naam

De zoektocht legde zij vast op een blog, genaamd naar de hoofdvraag die zij had voor haar onderzoek: Hoe heette Christiaan? “Dat heeft de lat heel hoog gelegd, want die naam ga ik nooit vinden. Toen Christiaan bij zijn ouders weggehaald werd, is hij niet alleen zijn naam kwijtgeraakt, maar ook zijn cultuur en identiteit. Wie ben jij nog als jouw naam, jouw cultuur, jouw taal en jouw familie je ontnomen worden? Dat is mijn uitgangspunt geweest.”

Die naam komt ze waarschijnlijk nooit te weten, omdat er geen documentatie te vinden is van voordat Christiaan naar Nederland kwam. “Christiaan was 34 jaar toen hij gedoopt werd en de naam Christiaan van der Vegt aannam. Daarvoor werd hij Presto genoemd, maar dat is niet de naam die zijn ouders hem hebben gegeven. Het is een naam die de Europeanen hem hebben gegeven.”

Nog steeds nazaten in Weesp

Haar zoektocht zal Annemieke echter nooit staken. Er is namelijk veel informatie wél te vinden. “Via DNA onderzoek van zestien nazaten weet ik dat hij uit de omgeving van Ghana en Ivoorkust komt. In die omgeving hadden ze het gebruik om hun kind naar de dag van de week te noemen. Daar houdt het verhaal van de naam op. Maar er zijn andere vraagstukken die ik nog aan het uitzoeken ben. Zo doe ik ook onderzoek naar zijn kinderen en kleinkinderen en andere nazaten. Zo komen er allerlei stukjes geschiedenis boven water. Zijn zonen hebben allemaal gegraven aan het Noordhollandsch Kanaal. Een van de zonen heeft gevochten in de slag van Waterloo. Er zijn nog steeds nazaten van Christiaan in Weesp. De kleindochters van Christiaan trouwden allemaal met mannen uit Weesp en omgeving. Ze delen niet dezelfde achternaam, maar via stamboomonderzoek weet ik toch wie alle nazaten zijn die nog in de stad wonen.” Annemieke wil enkele van de achternamen van nazaten wel onthullen: Post, Gorlee, De Rue, Hogervorst, Gooijer en Van der Werf. “Mochten mensen meer willen weten, dan kunnen ze contact met mij opnemen via mijn website,” laat Annemieke weten.

Daarnaast doet Annemieke ook nog onderzoek naar personen met dezelfde achtergrond als Christiaan. “Ik heb nu in Nederland al zeker honderd jongens gevonden. Er zijn er nog veel meer, maar van de honderd jongens heb ik papieren gevonden in archieven.” De verhalen van al die jongens tonen vaak veel overeenkomsten. “Als kind worden zij bij hun ouders weggehaald en naar Nederland verschepen. Ze zijn dan nog heel jong, rond de vijf jaar. Vervolgens komen ze bij een vooraanstaande familie terecht als bediende.”

Parallellen

Specifiek tussen het verhaal van Paulus en Christiaan lopen veel parallellen. “Paulus kwam bij het leger terecht, Christiaan bij de schutterij in Weesp. Beiden speelden een instrument, trouwden met een Nederlandse vrouw, kregen kinderen, werden gedoopt en kregen weer een andere, christelijke naam. Ze zijn ook alle twee op een gegeven moment niet meer werkzaam als bediende voor het gezin waar ze als kind terecht kwamen. Beiden zijn een eigen leven begonnen.”

Het verhaal van Paulus raakt Annemieke dan ook. Zeker de animatie die het Rijksmuseum voor de online tentoonstelling van het verhaal heeft gemaakt. Daar is een witte moeder te zien met een baby, die kijken naar een parade waar de zwarte vader aan meedoet. “De vrouw en zoon van Christiaan hebben waarschijnlijk op een gegeven moment in een vergelijkbare situatie gestaan.”

‘Mijn onderzoek heeft kwesties naar boven gebracht die nog niet bekend waren’

Documentatie

Toen ze begon met haar zoektocht naar het verleden van Christiaan had Annemieke nog nooit iets zo’n groot onderzoek gedaan, maar inmiddels is ze een expert op het gebied van Afrikaanse kinderbedienden in Nederland. “Mijn onderzoek heeft kwesties naar boven gebracht die nog niet bekend waren. Waaronder verhalen zoals die van Paulus, maar ik heb ook bijvoorbeeld aangetoond dat de zwarte bedienden op Nederlandse schilderijen geen stijlfiguren waren maar daadwerkelijk bestaande personen.” 

De verhalen en kwesties die boven water komen zijn belangrijk, want er is weinig bekend over mensen die in slavernij leefden. ‘Die mensen lieten niets achter. Ze hadden niet de tijd om het zelf op te schrijven en werden niet door anderen gedocumenteerd. De mensen die tot slaaf gemaakte mensen hielden, dat zijn vaak degenen die de geschiedenis hebben vastgelegd. Daarom is er bij de tentoonstelling van het Rijksmuseum ook gekozen om een orale geschiedenis te vertellen. Want de naam van de bediende op het schilderij met Maurits Lodewijk Nassau-Lalecq is nooit gedocumenteerd.” 

Erkenning

Annemieke hoopt dat de tentoonstelling een stap in de goede richting is voor de erkenning van het slavernijverleden. “Het is een stuk lastige geschiedenis. We hebben dat nooit echt verwerkt. We hebben deze lelijke geschiedenis weggestopt en het de Gouden Eeuw genoemd, zonder te erkennen dat die welvaart ten koste ging van andere mensen. Het is confronterend. Maar als je die confrontatie niet aangaat, dan blijft het je altijd achtervolgen.”

“Het verhaal van Christiaan is geen uitzondering. Weesp is geen uitzondering. Zo’n 25 jaar voor Christiaan werd Accra Doura in de Grote Kerk van Weesp gedoopt tot Abraham Johannes. Hij was ook een jongen met een Afrikaanse achtergrond die naar Nederland was gehaald. En zo zijn er waarschijnlijk nog honderden anderen geweest in heel Nederland.”

Vanaf het afgelopen weekend is de tentoonstelling over slavernij te bekijken in het Rijksmuseum. De verhalen zijn ook online te bekijken op de website van het museum. Het hele verhaal van Christiaan is te lezen op de blog van Annemieke: https://www.hoeheettechristiaan.nl/.