Oostenrijk
Een klein straatonderzoek in Weesp wijst uit dat Oostenrijk bij de Weesper - ouder dan 39 - de volgende herinneringen oproept: “Mooi land." “Veel met mijn ouders naartoe geweest." “Alles was er goedkoop. Nu is het net zo duur als in al die andere landen." ”We gingen vroeger in de zomer en vaak ook in de winter." “De schnitzels waren groot en perfect gepaneerd." “Mijn vader vond het bier erg lekker. Mijn moeder de taarten." “Ze hebben van die rare limonade.” (Almdudler red.) “Vroeger hadden ze overal bloedende Jezusbeelden langs de pistes.” (…?) “Het barst er van de Nederlanders, daarom ga ik er niet meer heen." “Ze hebben er de hele dag goede après-ski.”
Oké.
Inmiddels is Oostenrijk voor ons de voetbalpoort naar nog meer Oranje. En bij winst kunnen we ons eindelijk verheugen op een echte tegenstander. Want dat is precies wat Weespersluis en de aanpalende wijken nodig hebben. Aan de oranje vlaggen ligt het niet. Alibaba is door zijn voorraad plastic heen. Maar qua sfeer… een plukje Oranjefans op de Fort Abcoudestraat hield zondag de eer hoog. Televisie buiten. Zachtjes juichen i.v.m. de (hopelijk) slapende kinderen. Blikken koud bier en blij dat hun voorspellingen niet uitkwamen (1-3 en 1-1). Laten we daarom hopen dat de halve en hele finale niet weer om 21.00 uur worden gespeeld. Dan schreeuwen de Weesper wijken hun kelen massaal schor voor hun Oranjeteam (voorspelling. NL-Oos: 3-1).