Afbeelding

Zin in een potje kolf?

Christian Zierleyn spit graag oude kranten door om te zien wat er allemaal in Weesp is gebeurd. Eens per maand deelt hij zijn opvallendste vondsten met de lezers van WeesperNieuws Extra. Dit keer duikt hij in de geschiedenis van wissel- en pleisterplaats De Roskam

Op het Buitenveer, waar nu een leeg bankgebouw wacht op sloop, verdween in 1951 een van de meest iconische gebouwen van Weesp: Hotel De Roskam. De Telegraaf van 27 februari 1951 wijdt er, onder een reclame voor Van Houten Chocolade, een droevig bericht aan:

WEESP IS ZIJN “ROSKAM” KWIJT
(Van een correspondent)
WEESP. 26 Febr. - De Wissel- en Pleisterplaats “De Roskam” is historie geworden. Vandaag hanteerde veilinghouder Van Moerkerken uit Hilversum de hamer en met elke tik die hij gaf werd weer ‘n stukje van “De Roskam” geschiedenis. Vanavond viel in “Frascati” de laatste tik bij de verkoop van het (bouwvallige) gebouw. Toen restte alleen de naam nog. En deze gaat, beladen met herinneringen, de geschiedenis in. Hoe oud die herinneringen zijn is niet nauwkeurig bekend. Want men weet niet precies wanneer “De Roskam” is gebouwd. Het is in elk geval tegen het einde van de 17e eeuw of in het begin van de achttiende geweest. Maar ruim twee en een halve eeuw of krap twee en een half, het doet er niet veel toe. Het is in elk geval lang genoeg om historie te maken. “De Roskam” was de pleisterplaats van de trekschuiten, die van Amsterdam naar Keulen voeren, maar ook de wisselplaats voor de vele diligences, die van Amsterdam in de richting van het Gooi reden. Zij heeft vele eigenaars gekend. In 1922 Kwam het in handen van de heer B. C. G. Oosterwijk tot 1946. Toen kwam als zaakvoerder de heer N. C. Kamp, die meende, dat er met de oude “Roskam” nog wel iets was te doen. Maar de eigenaars wilden niet de bedragen geven die voor een restauratie nodig waren. En daarom zal er nu alleen nog maar worden gesproken over “De Roskam” in de verleden tijd.

Een triest einde voor een gebouw dat enorm veel voor de stad Weesp heeft betekend. Vandaag een terugblik in de kranten van vroeger, op zoek naar de geschiedenis van de Roskam. Opdat de herinnering ook nu, 70 jaar na de sloop, niet verloren gaat.

De eerste keer dat ik de Roskam in de kranten tegenkom, is in een opsporingsbericht in de Amsterdamse Courant van 12 november 1763:

“WILLEM VAN DER MEY, Logementhouder in de Herberg de Roskam, binnen de Stad Weesp, belooft (Met permissie van mijne Heeren van den Geregten derzelver Stad) bij dezen, aan die geene, die zekere Persoon, welke bij hem tusschen den 29 en 30 Oktober laatstleeden gelogeerd heeft, en des nachts op een heimelijke wijze uit deszelfs Huis door een venster is gegaan, en mede genomen heeft de volgende goederen, als twee Zilvere Zakhorologien, een Engels Swart Vrouwe Jak, een Zyde Vrouwe Rouwrok, twee Bedlaakens en een Zilvere Beugeltas met eenig Geld en andere dingen daar in, weet aan te wijzen, zodanig, dat hij in handen van de Justitie geraakt, en van het feit word overtuigd, een Somma van 50 Gulden. Zynde deze Persoon matig lang van statuur, tenger en mager, bleek van facie, gekleed met een bruine Rok, daar over een blauwe zogenaamde Ruyters Mantel, een Pruik op het Hoofd en Zilvere Gespen op de Schoenen.”

Deze verwerpelijke misdaad (wie steelt er nou een rouwrok?) wordt een kleine twee jaar later gevolgd door een sportieve oproep in dezelfde Amsterdamse Courant. Op 20 augustus 1765 valt er te lezen:

“Aan alle Heeren Liefhebbers van de Harddraverij word bekend gemaakt, dat Jacob Brouwer, Castelein in de Roskam tot Weesp, op Saturdag den 24 Augustus, zal vereeren een fraaije zilveren Zweep, voor die, wiens Paard het hardste draaft, mids aan zesse klaar zynde. De Liefhebbers zijn gehouden hunne Paarden daar op Stal te zetten. NB. Ten 1 uur ordinaire Tafel.”

Ik vraag me daarbij dan wel af waar ze die draafwedstrijd precies hebben gehouden. Langs de Buitenveer? Ergens in een weiland? In den binnenstad? Langs de Vecht? Als iemand daarover iets kan zeggen, dan hoor ik dat graag.

De interessante volgende vermelding is in de Amsterdamse Courant van 10 juni 1769. Helaas is Jacob Brouwer inmiddels overleden en het vermaarde logement, De Nieuwe Roskam staat te koop. Dat geeft inderdaad wel legitimiteit aan het Telegraaf artikel dat de Roskam dan ook wel een stuk ouder moet zijn geweest als ze het in 1769 al hebben over de Nieuwe Roskam.

“Op Saturdag den eersten July 1769, ‘s namiddags ten 4 uuren, zal men te Weesp in ‘t Hof van Holland, publiek veilen en verkoopen, het van ouds vermaarde Logement, genaamd DE NIEUWE ROSKAM, staande te Weesp by het Amsterdamsche Buiten Veer, waarin de Neering door wylen Monsr. Jacob Brouwer met goed succes is gedaan, en nog door deszelfs Erve gecontinueerd word: Zynde voorzien met royaale zo beneden als boven Kamers, twee ruime Stallinge voor Paarden, en hebbende een fraaye Koepel, uitziende over de vaart en Landeryen, en verder alle commoditeiten, die tot een compleet Logement behooren; midsgaders nog een Tuin en Tuinhuis, meteen overdekte superbe Kolfbaan, eerst nieuw in den Jaare 1766 aangelegd. Die eenige nadere onderrichting begeerd, adresseere zig in ‘t voorn. Logement, of by den Notaris en Procureur Thomas Heydanus te Weesp; alwaar 8 dagen voor de Verkooping de Conditien en Bewyzen van Eigendom zullen te zien zyn.”

Wat mij aan dit bericht boeit is het feit dat de Roskam toen al een groot complex moet zijn geweest. Royale kamers, twee stallingen, een koepel, tuin een tuinhuis en niet te vergeten, een spiksplinternieuwe kolfbaan!

Dat laatste vraagt om iets meer verdieping. Wat was een kolfbaan? We kennen nu golfbanen, maar een overdekte golfbaan anno 1769 zou wel een sensatie zijn. Nee, kolven verwijst naar het oud-Hollandse spel kolven. Dat spel bestaat nog steeds en de beste informatie daarover is uiteraard te vinden op de site van de Koninklijke Nederlandse Kolf Bond.

Kolven moet een van de oudste Nederlandse sporten zijn, want er wordt al in de middeleeuwen over geschreven. En dan vooral over de misstanden en de overlast die het gaf. Het werd gespeeld in de straten van de steden en in de winter op het ijs. Die leuke ijshockeytafereeltjes uit de 17e eeuw van Hendrick Avercamp, dat is dus kolven op het ijs. In de 18e eeuw werd het een binnensport en veel herbergen in Holland, zoals de Roskam in Weesp, legden een indoor kolfbaan aan. Het was overigens niet de eerste kolfbaan in Weesp. De kolfbaan in de Roskam was van 1766, maar ik vond in de Amsterdamse Courant van 11 augustus 1759 al een advertentie met de tekst:

“Lucas Kyser, castelijn tot Weesp in de Herberg ‘t Groenewoud, presenteert de Liefhebbers, in zijn overdekte Kolfbaan den 15 Augustus, ‘s namiddags ten 3 uuren, te laaten Kolven om een extra fraaie Silvere Kolf.”

We kunnen dus voorzichtig stellen dat het kolven populair was in Weesp. Dat staat in schril contrast met het kolven nu. Er zijn nog 15 kolfbanen in Nederland en door corona is er vorig jaar weer een verdwenen. De KNKB heeft nog een kleine 600 leden. Een van de oudste sporten van Nederland dreigt te verdwijnen. Wellicht wordt het tijd om in Weesp weer een nieuwe kolfbaan te openen. En als dat niet binnen kan, dan kunnen we weer terug naar de middeleeuwen en een buitenkolfbaan beginnen. Weg met die Franse jeu de boules banen! We hebben Hollandse kolfbanen nodig!

Maar terug naar de Roskam. Een van de redenen dat de Roskam zo legendarisch was, waren de vele activiteiten. Hieronder een kleine selectie.

In de 18e en 19e eeuw vind je talloze veilingen van vastgoed in de Roskam. Neem de veiling van de failliete Katoen Drukkerij De Wereld in 1806, of de veiling van de failliete jenever stokerij Het Anker in 1848.

Daarnaast vind je in de eerste decennia van de 19e eeuw heel veel aanbestedingen in de Nederlandse Staatscourant, waarbij de stukken ter inzage liggen in de Roskam.

In 1838 vond ik verschillende advertenties van een diligence onderneming die een kantoor had in de Roskam voor de verbinding van Amsterdam naar het Gooi en Amersfoort.

In 1858 een advertentie voor de stalhouderij in de Roskam en in 1875 een advertentie voor het Weesper Zomerconcert.

Ook mooi is dekhengst Aurich uit 1886, beschikbaar in de stal van de Roskam voor 6 gulden en 25 cent voor de knecht, te betalen bij de eerste sprong.

Verder nog een bijeenkomst van de postduivenvereniging, toneelvoorstellingen in de grote zaal, turnwedstrijden, verkiezingsbijeenkomsten en concerten van De Adelaar en Jubal. Ik kan zo nog wel even doorgaan.

De Roskam was de locatie waar je echt alles kon organiseren en waar in de loop der eeuwen ook echt van alles is georganiseerd.

Ik sluit af met een paar foto’s van ruim honderd jaar geleden die ik in het Noord-Hollands Archief vond. De eerste foto is van links genomen en je ziet mooi de ingang naar de stallen.

De tweede foto is van rechts genomen en je ziet een redelijk normaal gebouw dat niet heel bijzonder lijkt.

Maar dan de derde foto. Die is nog iets meer van rechts genomen en in de achtergrond zie je, achter het hoofdgebouw nog een enorm gebouw, dat kennelijk bij de Roskam hoorde. Dat moet het feestgebouw zijn waar de duivenmelkers het over hadden.

En dan, tot slot, nog een mooie foto van diezelfde plek, met de muziektent en het terras en een eenzame dame die aandachtig aan het lezen is. Ze heeft nog niets te drinken, terwijl aan een boom rechts van haar een bordje met ‘Van Houten’s Chocolade’ hangt. Beneden bij de boom zie je een stapel met wat eruit ziet als voetenbankjes. Tussen de takken van die bomen zie je het feestgebouw van het hotel.

Als ik dat zie, dan krijg ik zin in dat terras daar bij de Roskam, met een kopje Van Houten’s chocolademelk en wat lekkers en dat dan in de muziektent De Adelaar begint te spelen. En als het te druk wordt daar, dan gaan we even naar binnen om een partijtje te kolven. Het moet een fijne plek geweest zijn, herberg, logement en hotel de Roskam en het voelt als een groot gemis dat dit instituut van Weesp 70 jaar geleden zomaar is verdwenen.

Tot slot, boven dit artikel heb ik een schilderij gezet uit de collectie van het Rijksmuseum. Het is van 1770 van Jacob Cats en toont een herberg met een kolfbaan. Weliswaar niet overdekt, maar wel direct aan het water. Met een beetje fantasie kun je er de Nieuwe Roskam in herkennen van Jacob Brouwer. Het is een knus tafereeltje.