Jan Kooper is muzikant, Stefan Stasse is elke dag te horen op Radio 2. Volgende week op deze plek: tekstschrijfster Stephanie Prinssen.
Jan Kooper is muzikant, Stefan Stasse is elke dag te horen op Radio 2. Volgende week op deze plek: tekstschrijfster Stephanie Prinssen.

Wijsheid

Jan: ‘Hallo met Jan’
Stefan: ‘Hallo Jan, met Stefan’
Jan: ‘Hallo’
Stefan: ‘Ik had daarnet een mooie ervaring’
Jan: ‘Vertel!’
Stefan: ‘Nou kijk, ik was in eerste instantie heel blij dat je bij sommige supermarkten zelf mag afrekenen. Als kind droomde ik ervan om een winkeltje te hebben. Met een kassa. Ik was ook zo’n kind dat dingetjes langs de weg verkocht. Toen ik zeventien was, had ik een bijbaantje in de supermarkt als vakkenvuller. Ik wilde toen heel graag kassa doen maar de bedrijfsleider vond mij daar het type niet voor. Dus ik vond het geweldig dat ik mijn eigen boodschappen mocht scannen en afrekenen: winkeltje spelen met eigen geld. De laatste tijd werd die sensatie al een stuk minder, vooral omdat ik ook steeds vaker zin had om sommige boodschappen niet af te rekenen. En ik miste ook de interactie met de mensen achter de kassa. Daarnet ben ik tegen sluitingstijd weer eens naar de beste groente en fruitwinkelier van Weesp en ver daarbuiten gegaan. Ik wilde een bakje oranje salade op yoghurtbasis maar al zijn salades waren uitverkocht. Henny, de baas, zag er verhit uit en verontschuldigde zich. Het was zo snel gegaan maar hij had er gelukkig nog eentje met selderie en appel. Die nam ik. ‘Fijn toch dat alles aan het einde van de dag op is?’ zei ik. “Ja dat zeker” zei hij, maar ik zag ook in zijn ogen dat hij het jammer voor mij vond dat hij geen oranje salade had. Ik ging zo blij die zaak uit. Ineens voelde ik weer waarom ik vroeger een winkeltje wilde hebben... Geen supermarkt maar zo’n winkel als De Bruijn. Dus ik ben even blij! Jij toevallig nog een mooie ervaring?’
Jan: ‘Ja toevallig wel’
Stefan: ‘Vertel!’
Jan: ‘Jij wilde baas van een winkeltje worden; ik wilde als kind improviserend musicus worden.’
Stefan: ‘Zo!!’
Jan: ‘Ja, uiteindelijk zit ik nu in het orkestje van Willeke Alberti waarmee we langs verzorgingstehuizen trekken om kleine concertjes te geven en ik moet zeggen dat dat behoorlijk in de buurt komt van het ‘improviserend musicus’ zijn.’
Stefan: ‘En hoe is dat? Wanneer improviseer je dan?’
Jan: ‘Ik heb een solootje in Daar zaten twee motten. Maar wat vooral indruk maakt is als ik naar het publiek kijk terwijl Willeke haar prachtige liedjes zingt. Zo’n zaaltje zit vol met mensen die zoveel meer levenservaring, gebroken harten en wijsheid hebben dan ik. De liedjes die we spelen maken herinneringen en emoties los waarvan ik dan een glimp denk op te vangen.’
Stefan: ‘Mooi! Dan worden de liedjes veel meer dan liedjes’
Jan: ‘Ja precies, en toen las ik toevallig vandaag ook nog dat de majesteit van de improviserende muziek Louis Andriessen onlangs is overleden in verpleeghuis Hogewey hier in Weesp. Veel mensen kenden hem daar alleen als die man die vaak aan het pingelen was op de piano. Vroeger voor grote zalen, nu voor een klein onwetend publiek. Geloof mij maar dat dat gepingel op de rand van leven en dood te mooi voor worden was’
Stefan: ‘Prachtig Jan’
Jan: ‘Ja, hoe was die selderie salade trouwens?’
Stefan: ‘Nou ik hield eigenlijk van nooit van selderie salade maar wijsheid komt met de jaren’
Jan: ‘Het leven is als het verhaal van twee motten in een oude jas: laat ze lekker ravotten als een kleuterklas
Stefan: ‘Hou vol’
Jan: ‘Hou vol’