Stephanie Prinssen is tekstschrijver en en communicatiemedewerker. Poes S is op Instagram te volgen onder to-cat-swoon. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.
Stephanie Prinssen is tekstschrijver en en communicatiemedewerker. Poes S is op Instagram te volgen onder to-cat-swoon. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff. Foto:

Stoepknikken

Op dit moment wordt er via een themaweek in heel Nederland aan een maatschappelijk thema gewerkt dat alom tegenwoordig is maar zich toch niet graag aan de oppervlakte manifesteert: eenzaamheid. En dan wel over de gehele breedte van het woord. ‘Huh? Wat schotel je me nu voor?’, hoor ik je denken. ‘Toch geen versteende conceptuele vaagtaal? Dank je de koekoek, kun je die ambtelijke terminologie even voor mij vertalen?’ Jazeker, lieve lezer: het is een week die bol staat van de activiteiten in het kader van ontmoeten en verbinden. Tja, ook ik struikel hier stiekem over de formulering en de gekozen woorden, want vooral die laatste twee rieken behoorlijk naar goedbedoeld, maar o zo beroepsmatig verkokerd vakjargon. Toch moet je het me maar even vergeven. Begrippen als 'ontmoeten' en 'verbinden' zijn nu eenmaal behept met het meeslepend groots kunnen uitdrukken van het alledaagse. Wazige wartaal, ja, waarmee ik gewoon wil zeggen: het zijn de kleine dingen in het leven die het doen. Herken je al waar ik op doel? Denk even terug aan de eerste (intelligente?) lockdown. Waarin wandelen, fietsen en op afstand koffiedrinken tot eerste levensbehoefte werden verheven. Terwijl we ondertussen huidhongerig snakten naar contact omdat dit alles (en meer) in gepaste afzondering werd uitgevoerd. Het is dan ook geen wonder dat de volledige programmering van de Weesper Week tegen Eenzaamheid gericht is op samenkomen, samenzijn en samen iets ondernemen. Een topinitiatief, dat moet gezegd. Maar kunnen we het niet samen een weekje of 51 verlengen? Het liefst met een veelzeggend maar terloops en klein gebaar waar iedereen zomaar in het wilde weg aan mee kan doen. Ik zou zeggen: laat buiten (nu het kan) die stugge lockdownteugels van zwijgend om elkaar heen lopen toch een beetje vieren. Kijk je stoepgenoot eens recht in de ogen, knik vriendelijk, zeg hoi of begin een praatje. Iedereen die hieraan meedoet (ook jij, ja), ervaart verbinding en voelt zich gezien. Een beter recept tegen eenzaamheid kan ik eigenlijk niet verzinnen. Dus lieve lezer, breng de stoepknikker in je naar boven en bouw op straat bruggen die je wel kunt voelen, maar niet kunt zien.