Afbeelding
Foto: WeesperNieuws

De vrouw achter het raam

Het begon als een meisje. Achter het raam. Herengracht. Ze zat waar ze altijd zat. Rechtop. Kijkend naar haar laptop. Er ging geen dag voorbij. Of ik keek even. Soms van ver. Dan weer - snel passerend - dichtbij. Ik op weg naar de supermarkt. Zij stil achter haar raam. Bezocht ik de dinsdagochtendmarkt. Ze voerde haar taak uit.

Gedurende de jaren werd het meisje een vrouw. Zij kleedde zich steeds netter. Droeg een bril. Maar het niet-verroeren bleef. Altijd vertrouwd starend naar het toetsenbord. Dag in. Dag uit.

Ze werd onderdeel van mijn bezoek aan de stad. De vrouw werd Weesp. Het voelde geruststellend. Tot het moment! Ik wilde bijna de politie én de brandweer bellen.

Een lege stoel. Wat was er gebeurd?!?

Thuis was ik. Ik weet het nog goed. Ik pakte weer de fiets. En zag bij aankomst de vrouw ontspannen buiten in een klapstoel op de stoep zitten. Bril op. Zon op haar gezicht. Krant in de hand. Ik sprak haar opgelucht aan. Wilde schreeuwen: ’WAAR WAS JE!?’ Maar hield mij in. Ze vertelde over haar boek. Het was bijna af. Nog een paar correcties.

Nu 2 jaar later is het dan zover. De presentatie komt eraan. En ik, mijn vrouw en haar man zijn erbij. Wij zijn vrienden. Delen het plezier in literatuur. En de vrouw. Zij kan even geen boek meer zien. Maar is trots op het eindresultaat. Weesp gaat van haar horen. Weer een schrijver in ons midden. Wat zijn we toch een rijke stad.