Afbeelding
Foto: WeesperNieuws

Berg je

Het kan de beste overkomen. Na een avond vol drinkgelag is het nu mistig in mijn hoofd. Het is 11 uur in de ochtend. Ik ben in afwachting van een warme chocolademelk. Nou, dan weet je het wel. Ik zit buiten in de bergen en de mist neemt ook buiten mijn hoofd toe. Je ziet werkelijk geen hand voor ogen. Snowboarders vallen om als de torens van Jenga.

De paracetamol is inmiddels uitgewerkt. Het terras zit propvol. Niemand durft te skiën. En het begint ook nog te sneeuwen. De mist dempt het geluid. De enigen die dapper doorgaan, zijn de skileraren. Groepen kleuters volgen als een lange gekleurde sliert de bergmeester.

De mist is van Noord-Italiaanse komaf. Hier in de Dolomieten wemelt het trouwens van de Nederlanders. Net zoals in alle dorpen van Oostenrijk, Frankrijk en Zwitserland waarschijnlijk. Heel Holland Skiet. Niet normaal. Ik ontdek mijn jongste van 6 in een sliert. Geconcentreerd volgt hij het spoor van de Italiaans-Duits sprekende leraar. Het gaat hem niet hard genoeg. Dat zie ik meteen. Zoon heeft een meisje uit Zwitserland voor zich. Zij spreekt Duits, Zwitser-Deutsch én… Nederlands. Hij heeft het goed voor elkaar. Onze dochter van 10 komt nu ook voorbij. Wat gaat haar klas hard. Wist niet dat ze zulke mooie bochten kon maken. Mijn vrouw vraagt of ik op wil schieten. Ik zeg: ‘Mijn column!’

De mist is nog niet opgetrokken. Misschien vanmiddag. Na 5 hete chocolademelk en een strip verdovende pillen.