Afbeelding
Foto: WeesperNieuws

Niet iedereen is blij met het carillon

Algemeen

WEESP In de zomer worden er op vrijdagavond vaak carillonconcerten gegeven vanuit de Laurenstoren van de Grote of Laurenskerk aan de Nieuwstraat. Vele liefhebbers komen naar de luisterplaatsen om te genieten van de melodieën. Toch is niet iedereen blij met de carillonconcerten.

Vanuit het hele land komen beiaardiers naar Weesp om een zomerconcert te geven op het carillon van de Laurenskerk aan de Nieuwstraat. Zo speelde afgelopen 5 augustus Gerda Peters, de stadsbeiaardier van Almere, Beverwijk en Voorburg een concert op ons Weesper Carillon. Vrijdag 12 augustus gaf David van der Vlies, een van de stadsbeiaardiers van Spijkenisse en Rotterdam een concert en afgelopen vrijdag 19 augustus was de beurt aan Christiaan Winter, de stadsbeiaardier van Alkmaar.

‘Kan dat takkeding uit?’

Op de luisterplaats op de Oudegracht 27 verzamelen tijdens elk carillonconcert altijd veel geïnteresseerden. Ook op de terrassen in het centrum kun je van de zomerconcerten genieten. Ze duren maar een uurtje en het is typisch iets dat bij Weesp hoort.

Toch is niet iedereen gecharmeerd van de klanken die uit het carillon komen. We ontvingen op de redactie het volgende bericht van een bestuurslid van de Stichting Vrienden van de Grote Kerk.

“Afgelopen 12 augustus was er een carillon- en orgelconcert. Om half acht openden we de deuren van de kerk voor onze bezoekers. Op een gegeven moment kwam er een man, hij had een plat Amsterdam accent, scheldend naar de ingang bij de toren. Hij gebood ons het ‘takke’ ding uit te zetten, want hij had er last van op het terras waar hij zat te eten.

Ik heb hem toen uitgelegd dat dit een carillonconcert is en dat we dat niet onderbreken op verzoek. De man droop af. Maar vijf minuten later kwam zijn maat. Hij had wat biertjes te veel op en deelde ons mee dat hij ‘onze kop eraf zou rukken’ als we dat ‘tering’ ding niet zouden uitzetten. 

Gelukkig heb ik mijn postuur mee, ik ben bijna twee meter en een kop groter dan deze aangeschoten man. Ik heb hem gezegd: ‘Nu is het genoeg en opdonderen!’ met een wat dreigende houding. Afijn, deze kwelgeest ging ook weg – al scheldend, zelfs tegen voorbijgangers. Kennelijk zijn er mensen die niet tegen carillonspel kunnen en niet van cultuur houden. Later die avond kwamen er mensen in de kerk die vertelden dat ze genoten hadden van het carillonconcert.”