CBR stelt eisen aan rijscholen om wachttijden in te dammen
Eventjes je autorijbewijs halen in Nederland is er sinds enkele maanden niet meer bij. De wachttijd bij het CBR is op dit moment gemiddeld 14,6 weken en in het examencentrum Amsterdam is dit zelfs 20 weken. Om de druk van de ketel te halen zijn sinds 1 september slecht presterende rijscholen aan banden gelegd.
De dreunen die de coronatijd heeft uitgedeeld, galmen bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) nog steeds na. Door de lockdowns ontstond er bij het exameninstituut een stuwmeer met ruim 600.000 in te halen examens theorie- en praktijkexamens voor rijbewijs B (personenauto). De eerste categorie is relatief makkelijk in te halen omdat dat klassikaal gaat, maar de praktijkexamens zijn een-op-een-examens en vergen veel meer mankracht. Begin dit jaar was dit stuwmeer nog lang niet leeg; iets dat het CBR al zag aankomen. Om die reden zet het CBR onder andere in op de werving van honderd extra examinatoren, van wie er eind dit jaar alles bij elkaar zo’n zestig aan de slag zijn.
Afgehaakt
In de tijd zijn er echter ook examinatoren afgehaakt, onder andere vanwege pensioen, dus het batig saldo is een stuk lager. Ook het ziekteverzuim bij het CBR was met name rond maart dit jaar extreem hoog (op het hoogtepunt was dit 12 procent) en het werven van nieuwe examinatoren loopt als gevolg van personeelskrapte ook niet vlot. Daarnaast ziet het CBR een kip-eiverhaal. Rijscholen zijn door de malaise anders gaan lessen. Jan Jurgen Huizing, operationeel manager bij het CBR, zegt daarover: “Heel veel rijscholen hebben inmiddels ook drie tot vier maanden wachttijd en we zien dat de gemiddelde lesduur is gedaald van voorheen gemiddeld 2 uur naar 1,4 uur gemiddeld per week. Dat gebeurt omdat rijschoolhouders hun leerlingen aan zich willen binden. Kijk naar het aantal reserveringen per week in de periode voor corona: dat was rond de 12.000 gemiddeld per week. Tot kort voor de zomervakantie waren dat er ongeveer 20.000 per week.”
Rijscholenbranche
Het CBR doet er dus veel aan, maar verlangt ook wat van de rijscholenbranche. Met name het veel te lage gemiddelde slagingspercentage bij het autorijexamen is het CBR een doorn in het oog. Algemeen directeur Alexander Pechtold trad bijna drie jaar geleden aan op zijn nieuwe post en een van de eerste dingen die hij ter sprake bracht was het in zijn ogen veel te lage slagingspercentage eerste en tweede examens. Bij zijn aanstelling lag het percentage geslaagden eerste examens op 48 procent. Inmiddels is dat zo’n procent of 4 hoger, maar Pechtold streeft naar minimaal 60 procent. Elke 1 procent winst zorgt namelijk voor 8.000 minder examenaanvragen. Hiervoor wordt gewerkt aan een zogeheten prestatieladder (zie kader).
Er zijn rijscholen met slagingspercentage van minder dan 20 procent
Structureel verbeteren
Huizing zegt over de aanleiding het volgende: "Wij hebben van het ministerie (het CBR valt onder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat-red.) en de branche feedback gevraagd welk minimale slagingspercentage we moeten hanteren om rijscholen ertoe aan te zetten maatregelen te treffen. Dat is 30 procent. Rijscholen met structureel een lager slagingspercentage dan 30 procent moeten zichzelf verbeteren en rijscholen met een structureel slagingspercentage van 65 procent of hoger krijgen bepaalde voordelen.”
Er zijn rijscholen met een slagingspercentage eerste examens van minder dan 20 procent. Pechtold noemt deze uitermate slecht presterende rijscholen ‘cowboys' en wil er graag vanaf. De prestatieladder houdt in dat rijscholen met een structureel slecht slagingsgemiddelde worden aangesproken en, als dit niet werkt, dat ze uiteindelijk bij herhaald klungelwerk kans lopen geen examens meer te kunnen aanvragen. Als rijschool heb je dan geen bestaansrecht meer.
