Stephanie Prinssen is tekstschrijver en en communicatiemedewerker. Poes S is op Instagram te volgen onder to-cat-swoon. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.
Stephanie Prinssen is tekstschrijver en en communicatiemedewerker. Poes S is op Instagram te volgen onder to-cat-swoon. Volgende week op deze plek: huisarts Hans Burggraaff.

Onderkruipsels

Dé kans om in te haken op dierendag laat ik natuurlijk niet schieten. Dus trek ik je met de pakkende titel (ja ja, gejat van de nieuwste expositie in het Rijks) Onderkruipsels mijn stukje in. Een prachtig woord, al zeg ik het zelf, dat direct vragen oproept als: wie kruipt waaronder? En: wie wordt er bezeten? Omdat ik de grootstedelijke beestenboel in ons museale paradepaardje nog niet heb kunnen bewonderen, zal je het even met mijn invulling moeten doen. Dat mag je een fikse tegenvaller vinden, maar ik sleur je voor mijn antwoorden wel het fascinerend grillige imago van het fenomeen kat in. Om (hoe kan het ook anders) extra betekenis te geven aan de menselijke beleving van het kroelend legioen in en om onze huizen.

Waar dit in mijn ogen fabelachtige wezen terecht in de oudheid werd verafgood, verketterden de donkere middeleeuwen het edele dier tot addergebroed en drager van het kwaad dat ook aan heksen en alchemisten werd toegedicht. Hoe het arme schepsel na deze zondeval via de functie ongediertebestrijder bij de gegoede burgerij weer opklom tot luxe salondier, staat nergens exact beschreven. Maar met mijn uit de duim gezogen 1-2-3-filosofie help ik je graag op weg. Visualiseer eerst even een mopshondje, het schoothondje van weleer dat de dijen van dure dames in oude maar vooral koude tijden verwarmde. Trek van hieruit een parallel naar de eerste de beste poezelige tuintijger in je omgeving en je weet wie er kruipt onder wie: de mens is van dieren bezeten om zich te warmen aan levende have.

Zelf had ik mijn twee katten nog niet eerder zo bekeken, maar met die stijgende energieprijzen zit ik dan wel mooi geramd deze winter. In mijn huis word ik bezeten door een kolos van een kater (acht kilo schoon aan de haak) die even eenkennig is als dat-ie groot is, en mij tot zijn grootste vriend heeft verkozen. Dat die keuze voornamelijk met kroelen en ritselend stinksnoep samenhangt, kan mij niet boeien. Net als de vraag of de thermostaat door hem een tikkie lager kan. Liever geniet ik met volle teugen van zijn warme persoonlijkheid.