Vanuit het stadse Weesp ben je via het Aetsveldseweggetje in een paar stappen in de oase van de open polder.
Vanuit het stadse Weesp ben je via het Aetsveldseweggetje in een paar stappen in de oase van de open polder. Foto: André Verheul

Kuieren door de kraamkamer van Weesp

Een overweldigend gevoel van rust temidden van de stadse drukte van Weesp. Het kan je zomaar treffen tijdens een wandelingetje door de polder bij Aetsveld. Maar dan moet het groen wel groen blijven.

Tekst en foto's André Verheul

Eigenlijk trof het mij pas vlak voor de derde boerderij, waar het fietspad langs de Kanaaldijk tussen Weesp en Nigtevecht een slinger maakt. Daar, in het uiterste puntje van Weesp, zie je hem nog steeds boven het landschap uitsteken, op zes vogelkilometer afstand, spelend met het zonlicht: de spoorbrug over de A1. Wie de Aetsveldsepolder aanschouwt, denkt al snel: stuur die 50 meter hoge staalboog naar het museum der monsterlijke bouwwerken, afdeling horizonvervuiling. Maar dan ken je het hele verhaal nog niet. Ergens mag je als liefhebber van het open polderlandschap van Weesp namelijk best blij zijn met de Zandhazenbrug.

Mooiste weggetje van Weesp

Laat mij je even meenemen naar dat fietspad, daar bij die slinger. Vanuit de bebouwde kom van Weesp is het een half uurtje kuieren naar het bord 'Nigtevecht', waar het grondgebied van Weesp en van Noord-Holland eindigt. Precies tot hier rukt de gemeente Amsterdam op. Met Nigtevecht in de rug tuur ik over de open, ongerepte Aetsveldsepolder. Wat je dan ziet, is aanvankelijk vooral heel veel groen. Maar naarmate je langer blijft kijken, zie je steeds meer. Gele bloemen waaiend in het veld. Een zwaan vaart statig door de brede sloot. Dan daar! Twee hoge bruine oren, als een haas ervandoor. Een vredig gekwetter zingt in mijn oor: een kolonie grutto’s in het kruidenrijke gras. Op de terugweg richting Weesp huppelt de witte boerderijpoes je miauwend tegemoet. Weer iets verder vindt de roofvogel op de lantaarnpaal dat ik te dichtbij kom en zweeft naar de volgende. Uit het groepje loom kauwende koeien in de wei kijkt er eentje op om te vragen wat ik kom doen. Dan hou ik even stil: drie majestueuze zilverreigers zweven laag over: vanuit 't Gein, over het kanaal, zo hun polder in. Daarachter glinstert in de verte de skyline van Weesp: de torens van de Laurentiuskerk, de Grote Kerk en het stadhuis. Op de voorgrond steken enkele boerderijen af, met hun plukjes hoge bomen langs het tuinpad. Dat is het Aetsveldseweggetje: een van mooiste weggetjes van Weesp.

Hier is het altijd mooi

Hier slenter ik vaak. Met de wind mee of met de miezer tegen, door de ochtendmist of als de zon ondergaat, in de zomerhitte of als het net gesneeuwd heeft. De Aetsveldsepolder is altijd mooi.
De rust die hier heerst, het blijft verwonderlijk. Schepen, auto’s en vliegtuigen scheren langs en over, maar hun lawaai valt hier te pletter in een uitgestrekte groene put van stilte. De Aetsveldsepolder is een enclave van rust in de drukke Randstadwereld en laat je even tot jezelf komen. Hoe doet die Aetsveldsepolder dat? Misschien omdat zij meer levenservaring heeft dan wij allemaal bij elkaar. Het is een oerpolder. Of beter gezegd: het was een oermeer. Ik lees dat op het informatiebord vlak bij het zwembad. Dat bord hoort bij de status van Aardkundig Monument. De polder kreeg die status van de provincie Noord-Holland in 2007, samen met de Vecht. Een erkenning van dit onderdeel van het totale Aardkundig Erfgoed van Nederland.

Toen de Vecht nog woest kon kolken

Naarmate je langer blijft kijken, zie je steeds meer in de Aetsveldsepolder. Dan hou ik even stil: drie majestueuze zilverreigers zweven laag over

Op het informatiebord wordt de fascinerende ontstaansgeschiedenis van dit gebied verteld. Terwijl verderop de lammetjes dartelen, vraag ik mij af: hoeveel Weespers kennen deze geschiedenis?
Drieduizend jaar geleden was hier een meer, wel tien kilometer breed. In bijna duizend jaar tijd werd het meer opgevuld met rivierklei, afkomstig uit meanderende riviertjes die in dit veengebied waren ontstaan: de Angstel, het Gein, de Vecht en verderop de Amstel. Als laatste bleef een klein stroompje over dat de naam Aetswisel kreeg, maar ook dat verdween. Boven op de laag rivierklei begon weer vrolijk veen te stapelen. Kortom: de polder die we nu zien is een bijzondere combinatie van veen en klei, met ergens daaronder de resten van dat bedolven oermeer. Een fossiele watervlakte waarin resten uit de ijzertijd perfect bewaard zijn gebleven, dat kan elke archeoloog je vertellen.

Het begin van Weesp

Dat natuurfenomeen werd de kraamkamer van Weesp: de afzet van rivierklei leidde tot solide oeverwallen langs de Vecht, de rivier die in die tijd nog woest kon kolken. Op die veilige vaste grond vestigden de eerste bewoners van deze streek zich. Op een mooie dag omstreeks 600 voor Christus ontstond zo, iets ten noorden van het dichtslibbende oermeer, de nederzetting die nu Weesp heet.

Altijd groen op loopafstand

Er staat nog meer op het informatiebord, bijvoorbeeld dat het veen hier ooit vier meter hoger stond. Ik probeer het mij voor te stellen als ik over het Blijwaterpad loop (vernoemd naar het vorige zwembad dat hier in 2003 onder een hoosbui bezweek). Het Blijwaterpad is de wandelaorta van Weesp. Geen ommetje is denkbaar zonder dit polderpad aan te doen. Vanuit het stadse Weesp ben je via het Aetsveldseweggetje en het Blijwaterpad in een paar stappen in de polderoase. Dat doet mij denken aan een zinnetje in het Groenbeleidsplan van de gemeente Weesp (ik zal het kort houden): 'Iedere Weesper heeft toegang tot kleinschalig openbaar groen dichtbij en tot grotere groengebieden iets verder weg.' Geen beleidsvoornemen waar je als stadsbestuurder over hoeft te struikelen: in Weesp heb je altijd groen op loopafstand. De Aetsveldsepolder maakt immers deel uit van dat nog veel grotere open landschap dat de stad zo fijn omarmt: de Vecht, het Gein, het Naardermeer, de Keverdijksepolder en de Diemerscheg.

Projectontwikkelaars die loeren

Maar dan moet dat groen wel groen blijven. Vanzelfsprekend is dat niet. De Aetsveldsepolder is al grotendeels in handen van projectontwikkelaars. Die cirkelen al decennia boven het maagdelijke polderlandschap: loerend op bouwmogelijkheden, als een havik op konijntjes die zich in het open veld wagen. Rond 1980 verrezen 1500 huizen op 50 hectare van de Aetsveldsepolder: de woonwijk Aetsveld. Gelukkig bleef het daarbij. Ik woon heel comfortabel in een van die huizen, dus ik heb makkelijk praten. Maar ik ben vast niet de enige die blij is dat het oorspronkelijke stadsuitbreidingsplan uit de jaren zeventig nooit werd uitgevoerd. Een soort Almere moest het worden, helemaal tot Nigtevecht: je moet er niet aan denken.

Een landschapvervuilend monster

Uit die tijd stamt ook de onzalige gedachte om de snelwegen bij Almere en Schiphol met elkaar te verbinden: de A6-A9, dwars door het Naardermeer, de Keverdijksepolder, de Vechtoevers, de Aetsveldsepolder en het Gein. Al sinds de jaren zestig verzet Weesp zich met succes tegen een dergelijke lucht- en landschapvervuilend monster. In 2005 doemde het spookbeeld opnieuw serieus op. Mede gedwongen door een krachtig en breedgedragen protest van de gemeente en vasthoudende inwoners van Weesp koos Rijkswaterstaat voor een alternatief: het verbreden van de bestaande route over de A1. En nu komt het: om de twaalf (!) rijstroken bij Muiderberg over te steken, schoof in 2016 een nieuwe spoorbrug van 255 meter lang over de snelweg: de Zandhazenbrug. Zo’n overspanning vereist een 50 meter hoge boog van staal, die je tijdens een wandeling of fietstocht rond Weesp fier boven het open landschap ziet uitsteken.
En op een dag trof het mij dus, bij die slinger in het fietspad langs de Kanaaldijk tussen Weesp en Nigtevecht. Dat je als liefhebber van het open polderlandschap van Weesp maar wat blij mag zijn met die Zandhazenbrug. Deze milde horizonvervuiling is slechts een kleine prijs voor het weren van de dikke snelweg die rücksichtslos had moeten razen door het landschap rond Weesp dat we met z'n allen open en groen willen houden.

Voor de strijdbare inwoners

Dus: zie je ergens in de verte de Zandhazenbrug met het zonlicht spelen, beschouw het dan als inspirerend monument voor de strijdbare inwoners van Weesp die vijftien jaar geleden meehielpen om een machtige snelweglobby buiten de deur te houden.
En besef dat het van tijd tot tijd opnieuw nodig zal zijn om op te komen voor het open rivierenlandschap: het landschap dat de identiteit van Weesp mede bepaalt - en daarom nooit verloren mag gaan.

Als liefhebber van het open polderlandschap mag je blij zijn met de Zandhazenbrug.
Afbeelding
Afbeelding