Een trouwstoet met rechts een sleepkoets en in het midden een karos.
Een trouwstoet met rechts een sleepkoets en in het midden een karos.

Als u met uw familiegeschiedenis bezig bent wilt u natuurlijk weten welk beroep uw voorouders uitoefenden. Veel beroepen heetten anders of bestaan niet meer. Enkele voorbeelden:

Tantist
Voorloper van tandarts. Het trekken van tanden en kiezen vond vroeger plaats door rondtrekkende kwakzalvers die er vaak een hele show van maakten. Het trekken vond meestal plaats op de markt, zonder verdoving.

Schutter
Iemand die loslopend vee dat schade aan derden kan berokkenen vangt en in beslag neemt en dat stalt in een schutplaats op een omheind stuk grond. De eigenaar diende hiervoor schadevergoeding te betalen.

Sledemenner of sleper
Koetsier van een (vracht)slede. Vroeger was het in sommige plaatsen verboden goederen via een karos te vervoeren. Hiervoor in de plaats kwamen de vrachtsledes, zie afbeelding.

Slijmwijf
Iemand die vis schoonmaakt.

Rolbidder
Omstreeks 1860 werd het begrafeniswerk uitgevoerd door een zogenoemde rolbidder, die door het gemeentebestuur was aangesteld. Zij droegen een steek, korte broek en lage schoenen met gespen.

Scherprechter
Voltrok lijfstraffen. Wanneer iemand onthoofd moest worden, betaalde men de scherprechter om ervoor te zorgen dat het hoofd in één slag van de romp werd gescheiden.

Over oude beroepen is veel informatie te vinden. Maak eens een lijstje met beroepen die in uw familie voorkomen. Misschien kunnen wij daar eens samen over praten.